Journaliste Erika Hayasaki schrijft in over haar bezoek aan een kliniek in Mexico-city, het , waar circa 20 van deze levende doden onderzocht worden. Het is een indrukwekkend verslag, dat geïllustreerd wordt met prachtige foto's.
Mensen die lijden aan het zeldzame syndroom van Cotard leven in de waan dat ze
dood zijn. De neurologische/ psychiatrische ziekte, ook wel 'walking corpse syndrome' genoemd, kan verschillende vormen aannemen. Sommigen zijn ervan overtuigd dat hun lichaam aan het rotten is en ledematen al afgevallen zijn, anderen stoppen met eten en drinken, omdat een dode geen voedsel of water nodig heeft en weer anderen ontkennen dat ze ooit bestaan hebben. Ze worden ook wel eens vergeleken met zombies.
De ziekte treedt op als gevolg van een neurologische aandoening, een hersenbeschadiging of een psychiatrische stoornis (een waan in het kader van een psychose) en gaat ook vaak gepaard met andere psychische problemen, zoals depressies en depersonalisatie. In hun wanhoop plegen ze vaak suïcide of verwonden ze zichzelf om toch maar iets te voelen.
Sinds de aandoening in 1880 voor het eerst werd beschreven door de Franse neuroloog Jules Cotard, zijn er wereldwijd meer dan 100 gevallen van deze aandoening gemeld. Omdat de stoornis zo zeldzaam is, is ze niet opgenomen in de officiële classificatiesystemen voor psychiatrische stoornissen, de DSM-V en de ICD-10. Het bestaan van de stoornis wordt wel erkend door de World Health Organization (WHO).
De ziekte wordt op verschillende manieren behandeld: soms met psychofarmaca als antidepressiva of antipsychotica, soms met elektro-convulsieve therapie (ect - 'elektroshocks' in de volksmond). In veel gevallen leidt de behandeling tot herstel van de patiënt of tot het verminderen van de ernst van de verschijnselen, zo weet Erika Hayasaki.