In het Verenigd Koninkrijk hadden ze het in september al door, in België in oktober, en in Nederland begon het in november ook te dagen: een boosterprik helpt.
En wel om twee redenen: ten eerste loopt de bescherming van de eerste twee vaccinaties terug. Na een half jaar ben je nog voor zo'n 50 procent beschermd in plaats van de 92 procent van het begin,
schrijft RTL Nieuws. Het gaat hier om de kans op besmetting, je bent nog wel goed beschermd tegen ziekenhuisopname. Ouderen iets minder dan jongeren, daarom zou de booster in eerste instantie bedoeld zijn voor 70-plussers en kwetsbaren.
Maar dan komen we op het tweede en belangrijkere punt: omikron. Bescherming tegen besmetting daalt naar bijna nul voor wie eerder AstraZeneca kreeg en blijft steken op maximaal 40 procent bij de Pfizer-vaccinaties.
Een derde prik blijkt op de korte termijn juist bijzonder goed te werken. Twee weken na vaccinatie is de bescherming 80 procent tegen besmetting. Die booster wordt door de hoge besmettelijkheid van de omikronvariant cruciaal. Jaap van Dissel rekende gisteren voor dat de nieuwe variant tot 600 ziekenhuisopnames per dag kan leiden.
"Het is duidelijk dat er een tsunami op ons afkomt", zegt immunoloog Huub Savelkoul bij RTL Nieuws. "De omikronvariant gaat ons compleet overspoelen, misschien al over een paar weken."
De booster is feitelijk ons enige redmiddel daartegen. "Je kunt de dijk verhogen om dat water tegen te houden. Die dijk verhoog je met vaccinatie", zegt de immunoloog. "Dus mijn pleidooi zou zijn: booster nou zo snel mogelijk, iedereen, en wat mij betreft zelfs ook kinderen, om die dijk zo hoog mogelijk te houden, zodat je zoveel mogelijk water tegenhoudt."