Allereerst: niemand ruikt naar zweet, want zweet is reukloos. Maar zweet heeft wel veel te maken met de vervelende lucht die om een deel van ons hangt. Dermatologe Katie Ongena (in Humo): “Lijfgeur is een ingewikkeld probleem. In principe heeft het niets te maken met zweten: zweet hééft namelijk geen geur. Pas wanneer het zich vermengt met de synthetische stof van je trui of de bacteriën op je huid, ontstaat er een specifieke geur. Een geur die je overigens maar door een deel van je omgeving als hinderlijk zal worden aanschouwd. Lichaamsgeur varieert ook sterk van ras tot ras. Een zwarte heeft niet dezelfde lijfgeur als een blanke. Ook je eet- en leefgewoonten bepalen in grote mate hoe je ruikt.”
"Mensen die erg rieken hebben pech. Ze hebben als het ware ‘persoonsgebonden’ bacteriën die hun lijfgeur in extreme mate bepalen. Vergeet niet dat er miljoenen bacteriën over onze huid verspreid zitten, hé!”
Belangrijk hoe we ruiken is het wel. In 2003 namen zes studenten van de Katholieke Hogeschool Limburg en enquête af bij meer dan drieduizend Nederlanders en Vlamingen. Op de vraag wat ze onaantrekkelijk vonden bij het andere geslacht stak één ding er torenhoog bovenuit: lijfgeur. Negenenzeventig procent van de ondervraagden had er een hekel aan – de top vijf bestond verder uit onverzorgd uiterlijk (65%), overbeharing (47%), onzuivere huid (34%) en kleine gestalte (23%); amper 10 procent vond overgewicht een probleem.
Een zweetlucht voorkomen: