Er wordt steeds meer bekend over het nut van vezels. Ze blijken zo ongeveer overal goed voor en we nemen er te weinig van. Onderzoekers Jurriaan Mes en Nicole de Wit van Wageningen Universiteit en Research leggen uit waarom we meer vezels moeten eten. "Ze onderdrukken ziekmakende darmbacteriën zoals salmonella. Die groeien minder goed op sommige vezels, waardoor ze minder kans krijgen om zich in de darmen te nestelen,'' aldus Mes. Hij vervolgt: "Een vezel is als een lange keten van verschillend gekleurde legosteentjes. Je kunt al die steentjes stapelen tot oneindige variaties. Zo krijg je ontelbaar veel vezels.'' Sommigen lijken uiterlijk sprekend op schadelijke en ziekteverwekkende bacteriën, schimmels en stofjes. "Ons immuunsysteem is getraind deze vormen te herkennen. Komt het dit soort vezels tegen dan reageert het alerter. Een voorbereid lichaam drukt een infectie sneller de kop in.'' "Sommige vezels verlagen het cholesterol,'' legt Mes verder uit. Denk aan bèta-glucanen, die bijvoorbeeld in haver zitten. "Wanneer je vet voedsel eet, maakt je gal zouten aan die helpen vet af te breken in je darm. Sommige vezels binden zich waarschijnlijk aan deze vetten en galzouten en nemen ze mee in de ontlasting. Daardoor komen ze niet in je bloedstroom terecht waar ze je cholesterol verhogen.'' Hoe gezond vezels ook zijn, we eten er over het algemeen te weinig van. Nicole de Wit: "De aanbevolen hoeveelheid per dag is 30 gram voor vrouwen en 40 gram voor mannen. Volgens de laatste peiling uit 2010 aten vrouwen gemiddeld 18 gram per dag en mannen 23 gram vezels. We eten er waarschijnlijk nu meer van, maar nog niet genoeg.'' Hoe je meer vezels binnen kunt krijgen? Kies altijd voor volkoren varianten van pasta en brood. De Wit legt uit: "In groente en fruit zitten veel vezels. Ook de populariteit van hummus, gemaakt van kikkererwten, en groentespreads werkt mee. Brood heeft in het verdomhoekje gezeten, en dat is jammer, want volkorenbrood bevat veel goede vezels."