Blootstelling aan slechte lucht in de eerste levensjaren heeft langdurige gevolgen voor de hersenontwikkeling van kinderen. Dat blijkt uit een groot onderzoek onder ruim 3600 jongeren in Rotterdam.
De onderzoekers volgden de tieners jarenlang en maakten hersenscans op twee momenten: rond hun 9e en 14e jaar. Kinderen die in hun eerste drie levensjaren veel fijnstof inademen, zo blijkt uit de resultaten van de studie, hebben blijvend zwakkere verbindingen tussen belangrijke hersendelen.
Het gaat vooral om verbindingen die cruciaal zijn voor emoties, beweging en gehoor. Ook bleek dat kinderen die vlak voor hun eerste hersenscan aan veel luchtvervuiling waren blootgesteld, minder goede verbindingen hadden tussen hersengebieden die belangrijk zijn voor hogere denkfuncties.
De effecten van luchtvervuiling verdwijnen dus niet zomaar naarmate kinderen ouder worden. De verstoorde hersenverbindingen blijven gedurende de hele puberteit bestaan.
De onderzoekers keken specifiek naar de concentraties van verschillende soorten fijnstof en stikstofoxiden rond de woonadressen van de kinderen. Ze hielden daarbij rekening met allerlei andere factoren die de hersenontwikkeling kunnen beïnvloeden.
Het onderzoek toont weer eens aan hoe belangrijk het is om jonge kinderen te beschermen tegen luchtvervuiling. Wereldwijd ademt het grootste deel van de bevolking nog steeds lucht in die vuiler is dan de WHO-richtlijnen voorschrijven, aldus de onderzoekers.