Verschillen in kankerbehandeling tussen lage en hoge inkomens

gezondheid
door anp
maandag, 24 juni 2024 om 22:14
bijgewerkt om maandag, 24 juni 2024 om 22:16
anp240624231 1
Patiënten uit lagere inkomensgroepen ondergaan minder vaak een behandeling tegen een tumor dan patiënten die meer te besteden hebben, constateert Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), een onafhankelijk kennisinstituut.
Het instituut keek naar het medisch reilen en zeilen van mensen met een veel voorkomende tumorsoort: borstkanker, longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. De verschillen variëren per kankersoort en ook nog per behandelmethode. Als patiënten wel behandeld worden, ondergaan die met een lager inkomen ook vaker minder ingrijpende behandelingen. Mensen uit lagere inkomensgroepen met gevorderde kanker gaan in hun laatste halfjaar wel weer vaker naar een hulpverlener dan lotgenoten met meer geld. Tussen effecten van behandeling, zoals complicaties en ziekenhuisopnames, zijn amper verschillen tussen de inkomensgroepen te zien.
Patiënten met een lagere sociaaleconomische status hebben volgens IKNL minder vaardigheden om in een medisch traject goed voor zichzelf te zorgen en zijn ook "minder bereid of in staat om te reizen voor medisch-oncologische zorg, wat hun keuze voor een behandeling kan beïnvloeden".
Bijkomende aandoeningen
Als (mogelijke) verklaring voor de verschillen noemt IKNL ook dat minder welvarende mensen vaker bijkomende aandoeningen hebben, in een slechtere conditie zijn, zwaarder zijn en roken. Tevens nemen zij waarschijnlijk minder vaak deel aan programma's voor conditieverbetering in aanloop naar de kankerbehandeling.
Toch kan lang niet alles worden verklaard. En: "verschillen in behandeling en zorggebruik hoeven echter niet per se onwenselijk te zijn en kunnen juist wijzen op persoonsgerichte zorg."
IKNL roept zorgverleners op duidelijke taal te gebruiken tegen hun patiënten en te letten op zaken die een gezonde leefstijl in de weg kunnen zitten. Verantwoordelijken voor oncologische zorg worden opgeroepen tot meer onderzoek naar gezondheidsverschillen en diepere analyses naar verdere oorzaken van de genoemde verschillen.