Soms kan je van verbazing van je stoel vallen. Dat overkwam mij tijdens de lezing van de column van
Wouter Bos in De Volkskrant van 3 april jl. – titel: ‘Na de nederlaag’ – over de verkiezingsnederlaag van de sociaaldemocraten in Nederland en Frankrijk. Met een soepele pen kwam hij, met een paar groffe tussenstappen, tot de conclusie dat het onvermijdelijk is dat regeringen waar sociaaldemocraten deel van uitmaken en die zich geconfronteerd zien met forse begrotingstekorten en dus grootschalige bezuinigingen een verkiezingsnederlaag tegemoet kunnen zien. En wanneer critici daags na de verkiezingen klaarstaan om, op basis van een “lokale analyse”, hun eigen gelijk te halen en vragen om maatregelen, hebben zij het duidelijk niet begrepen. “Falend leiderschap, mislukte campagnes en gebroken beloften” zijn slechts “goede verhalen”, maar getuigen volgens Bos van weinig inzicht in de wérkelijke oorzaak. Nee, het gaat om een groter, internationaal verhaal: “sociaaldemocraten in allerlei landen zijn al jaren op zoek naar het nieuwe verhaal, dat midden- en lagere inkomens in splijtende tijden opnieuw met elkaar moet verbinden.”