Geachte voorzitter, beste Anouschka, Ik had me mijn afscheid van de politiek anders voorgesteld. Toen ik in september 2008 mijn entree maakte, sprak de Miljoenennota hoopvol van een breed welvaartsbegrip en stond de staatschuld op een historisch laag niveau van 40 procent. Nu ik in oktober 2012 vertrek, is dat brede welvaartsbegrip volledig achter de horizon verdwenen en eist de staatsschuld met een recordniveau van 72 procent weer alle aandacht op. Het zou te veel eer zijn om deze ontwikkeling op het conto van mijn financieel woordvoerderschap en politiek leiderschap te schrijven. Daarover zal zélfs de partijtop van GroenLinks het met me eens zijn. Maar u weet, en ik weet ook, dat dit niet de werkelijke reden is van mijn vertrek uit het parlement. Dat is het interne en partijpolitieke conflict dat volgde op een slechte verkiezingsuitslag en dat u via de media nauwkeurig heeft kunnen volgen. Dit is de plaats noch de tijd om daarbij stil te staan. Via u wil ik wel al die mensen bedanken die mij de afgelopen weken hartverwarmende berichten hebben gestuurd. Ik dank de leden en kiezers van GroenLinks die hun vertrouwen in mij hebben uitgesproken en ik bedank hen en al die anderen die mij ook de afgelopen weken zijn blijven steunen. Het spijt me erg dat ik hen moet teleurstellen door mijn Kamerlidmaatschap te moeten neerleggen. In de vier jaar dat ik Kamerlid was, is de wereld – als een gevolg van de financieel-economische crisis - veranderd. Deze crisis heeft zichtbaar gemaakt dat de Haagse politiek nog maar weinig grip heeft op basale economische ontwikkelingen die het leven van mensen bepalen. Of je morgen nog een baan hebt, overmorgen nog een dak boven het hoofd en of er een toekomst is voor je kinderen: het zijn zaken die op het wereldtoneel en in de directiekamers van bankiers blijken te worden bepaald. Ik ben er ten diepste van overtuigd dat dit nieuwe besef van internationale afhankelijkheid ertoe moet leiden dat de politiek zich meer op Europees en internationaal niveau organiseert. Alleen als zij zich minder verliest in de waan van de dag en in plaats daarvan richt op het gezamenlijk aanpakken van de grote internationale uitdagingen herwint de politiek aan zeggingskracht. Hoe borgen we de mensenrechten wereldwijd? Hoe zorgen we dat welvaart terecht komt waar deze nodig is? Hoe houden we de planeet leefbaar voor volgende generaties? Deze vragen zijn altijd mijn politieke leidraad geweest. Zo heb ik met veel voldoening deel uitgemaakt van de Commissie De Wit I, het parlementaire onderzoek naar de structurele oorzaken van de financiële crisis. Ondanks grote verschillen in politieke opvatting, hebben wij gezamenlijk verregaande conclusies getrokken. Ik hoop dat de Kamer de belangrijkste conclusie – het scheiden van nuts- en zakenbanken – nu snel en voortvarend ter hand neemt. Verandering van de structuur van het bankwezen is een noodzakelijk beschermingsmechanisme tegen een volgende crisis. Indachtig mijn politieke leidraad, heb ik als kersverse fractievoorzitter verantwoordelijkheid genomen voor de politietrainingsmissie naar Kunduz. Helaas is de missie vanaf het begin ten prooi geweest aan politieke polarisatie, karikaturen en negatieve beeldvorming. Ik hoop van harte dat een evaluatie te zijner tijd ruimte biedt voor een oprechte beoordeling van nut en noodzaak, zodat de waardevolle ervaring die Nederland bezit op het vlak van politietraining en opbouw van de rechtstaat kan worden benut. De Nederlandse vrouwen en mannen in Kunduz, Mazar-e-Shariff en Kabul laten dag in dag uit zien hoe je naleving van mensenrechten in de weerbarstige praktijk bevordert. Ik wil hier nog eens mijn grote waardering uitspreken voor hun moeilijke maar waardevolle werk. De beste herinneringen uit mijn politieke loopbaan koester ik aan het Lenteakkoord waarvoor GroenLinks samen met D66 en CU de basis legde. Dit was politiek naar mijn hart: voorbij de polarisatie, zonder taboes samenwerkend en met het vizier gericht op het oplossen van grote maatschappelijke problemen. Hoewel de politieke en maatschappelijke euforie over het lente-akkoord ruim voor de verkiezingen verdampte, ben ik er trots op dat GroenLinks voor het eerst haar landelijke verantwoordelijkheid kon nemen en sociale en groene resultaten boekte waarvan de formatie-onderhandelaars nu profiteren. En ik denk met warmte terug aan de effectieve samenwerking met mijn politieke collega’s . Mijn verblijf hier was niet zonder rumoer, mijn opvattingen waren af en toe omstreden, daar ben ik me van bewust. Maar volksvertegenwoordiger word je niet om te behagen maar om te strijden voor je idealen en voor de mensen om wie je geeft. Het was mij een grote eer om volksvertegenwoordiger te zijn. Ik bedank de collega’s met wie ik vele levendige debatten heb gevoerd en zo fijn heb samengewerkt. Bovenal bedank ik de medewerkers van de GroenLinks-fractie en alle medewerkers van de Tweede Kamer voor de fantastische en vriendschappelijke ondersteuning. Ik wens jullie allen het allerbeste! Jolande Sap