Je kunt deze test het best eerst allebei in stilte doen en daarna aan elkaar de antwoorden voorlezen. Opgelet: het kan confronterend worden. De vragen: Wat vindt je
partner stom aan zijn of haar lichaam? Wat wilde je partner vroeger worden? Waar wil je partner dolgraag een keer naartoe op
vakantie? Had je partner als kind een bijnaam? Wat is zijn of haar favoriete oom of tante? Welke teleurstelling of afwijzing zit hem of haar nog steeds dwars? Waar is hij of zij erg trots op? Wat vindt je partner het vervelendst aan het huishouden? Noem twee van de grote ouders van je partner. Bonuspunten als je hen alle vier kent. Op welk talent is je partner trots? Wat is de favoriete geur van je partner? Welk ijsje vindt je partner het lekkerst? Hoe hoopt je partner dood te gaan? Wat vindt je partner stiekem mooie muziek? Waar kijkt je partner naar uit voor het weekend? Van wie in zijn of haar leven heeft je partner het meeste geleerd? Waar ging je partner als kind op vakantie? Wat vindt je partner het leukst aan zijn of haar werk en wat het minst leuk? Vindt je je partner dat hij of zij op vader lijkt of meer op moeder? Wat zou je partner nu graag kopen?