Na het aankondigen van prijsverhogingen voor mobiel
internet kregen Vodafone, KPN en T-Mobile hevige kritiek te verduren van de consumenten, maar ook van de politiek. Zo vroeg de PvdA aan de minister Maxime Verhagen van Economische Zaken of er een onderzoek kan worden ingesteld, omdat zij vermoeden dat er prijsafspraken zijn gemaakt tussen de providers. Tweede Kamerlid Martijn van Dam vindt dit niet getuigen van een gezonde marktwerking en wil weten hoeveel de providers in hun netwerken hebben geïnvesteerd om de stijging van het dataverbruik te kunnen opvangen.
Vodafone en KPN geven aan dat een prijsstijging noodzakelijk is en dat deze niet uit de lucht komt vallen, zoals de politiek beweert. De kosten zijn op dit moment niet in balans zijn met de inkomsten uit het mobiele internet, beweren ze. Eerder waren al maatregelingen genomen, zoals het stellen van datalimieten en het afschaffen van onbeperkt internet om te zorgen dat er wel een balans zou komen. Deze maatregelen blijken echter niet voldoende en daarom zal de prijs van mobiel internet verhoogd moeten worden. De providers erkennen dat in het begin mobiel internet is aangeboden onder de kostprijs om zo consumenten te trekken.
Precieze cijfers over inkomsten en kosten van mobiel internet geven de providers niet vrij. Ze geven wel aan dat de inkomsten uit mobiel internet ook de afnemende inkomsten uit sms en gespreksdiensten moeten opvangen. Ook geeft Vodafone aan dat het de reacties van de consumenten kan begrijpen, mobiel internet is immens populair en is de afgelopen jaren enorm gegroeid en dan is het voor een klant vervelend als zijn kosten ineens verhoogd worden.