Waarom gaat
Barack Obama nu zo hard onderuit in de opiniepeilingen? Charles Groenhuijsen stelde op
Mootz die vraag en de redenen die hij daarvoor aangeeft zijn allemaal waar. Amerika is nog steeds een conservatief land en niet gediend van de 'linkse' Obama. Mitt Romney is weliswaar een weinig tot de verbeelding sprekende kandidaat die de eigen Republikeinse achterban niet weet te begeesteren, maar dat onderstreept de kwetsbaarheid van de president. Obama moet bovendien zijn beleid van de afgelopen vier jaar verdedigen, dat lang niet altijd overtuigend was en niet de hoge verwachtingen heeft waargemaakt waarmee hij in 2008 het Witte Huis veroverde. Zelf ben ik nooit een Obama-fan geweest en ik denk met verwondering terug aan de Obamania van vier jaar geleden. Er waren toen mensen die voor Obama vielen omdat hij zo'n fantastisch charisma had. Daar begrijp ik weinig van, want eigenlijk zeg je dan dat je je laat betoveren door de magie van een politicus die dankzij de adoratie van de media en de opiniepeilingen vleugels heeft. Ik vind dat heel raar. Blijkbaar zien hedendaagse kiezers de politiek steeds meer door de ogen van de spindoctors en hebben ze dat zelf niet door. Of ze hebben het wel door en vinden dat niet erg. Ik vind het raadselachtig. Ik ben Obama juist meer gaan waarderen sinds hij zijn magie heeft verloren en een gewoon politicus blijkt van vlees en bloed. Maar gewoon is voor Obama niet goed genoeg. Tot vorige week was de communis opinio dat Obama niet aan de hoge verwachtingen van
hope en
change had voldaan, maar dat hij toch zou worden herverkozen. Dat lag ook aan zijn uitdager, die helemaal niet beantwoordt aan het
gut feeling van de Tea Party die de Republikeinse Partij verder naar rechts heeft geduwd. De Tea Party mag dan in de achttiende eeuw in Boston begonnen zijn als startpunt van de Amerikaanse onafhankelijkheid, maar tegenwoordig geldt Massachusetts, de staat waar Romney gouverneur is, als de meest linkse van de VS. De taal van het volk spreekt Romney ook al niet. In het verkiezingsdebat van vorige week leek Romney nog het meest op een professor van een dure
business school die uit zijn hoofd met cijfers en statistieken goochelde. Ik heb weinig verstand van spin, maar dacht van spindoctors begrepen te hebben dat je daarmee niet scoort. Maar zie, sinds afgelopen woensdag zijn alle kenners ineens van mening dat Romney in het eerste verkiezingsdebat duidelijk de meerdere was van Obama, die mat en ongeïnspireerd oogde en door een hofhouding van jaknikkers in slaap moet zijn gesust. Zelf heb ik met slaperige ogen – het was diep in de nacht – naar het debat gekeken, dus dat verklaart misschien waarom ik helemaal geen opwindend debat heb gezien, maar een saaie confrontatie tussen twee heren die elkaar met getallen om de oren sloegen. Ik kon er door het hoge technische gehalte van het debat (het ging over banen en de economie) geen touw aan vastknopen. Pas toen na afloop de
pundits cijfers begonnen uit te delen werd het spannend. Dat wil zeggen: ze vonden allemaal dat Obama tekort was geschoten. Als de
pundits zich zo eensluidend uitlaten, zal dat wel zo zijn. En de Amerikaanse kijkers dachten er zo ook over, want 67 procent vond dat Romney had gewonnen, dus daar zit ook (teleurgestelde) aanhang van Obama bij. Mij geeft dit een draaierig gevoel. Als politiek commentator hoor je een antenne voor dit soort dingen te hebben en die van mij staat blijkbaar fout afgesteld. En ik begrijp nog steeds niet waarom Obama
nu zo onderuit gaat, want de meeste kiezers zeggen zich niet door debatten te laten leiden en hebben in meerderheid niet eens gekeken. Gezien de opiniepeilingen, die zich ineens ten nadele van Obama hebben gekeerd, laten zij zich dus leiden door 'van horen zeggen'. Daar word ik nog veel draaieriger van, alsof je door een draaikolk naar beneden wordt gezogen. Misschien is dat een fysische afwijking. Ik moest daaraan denken toen ik vanmorgen Max Pam in
de Volkskrant las. In een schitterende column,
Een calamiteit van tien jaar geleden, herinnert hij aan een beroerte die hij in 2002 heeft gehad en waarvan hij weer in volle glorie is hersteld. Hij zou daarover een praatje houden op een medisch congres, dat vol zat met power point presentaties over herseninfarcten, hartaanvallen en andere narigheid. Pam werd daar niet goed van, werd duizelig en verloor het bewustzijn. Na enige minuten kwam hij weer bij en kon alsnog zijn praatje houden. Maar hij bekende nooit tegen bloed te hebben gekund en het hoofd altijd af te wenden als er een open hartoperatie of iets anders engs op tv is. Ik herken dat zeer. Hoewel een herseninfarct mij tot nu toe bespaard is gebleven, doet de gedachte mij al duizelen. Ik trok ooit lijkbleek weg, toen een biologieleraar op het bord begon te tekenen wat er allemaal in je nek breekt als je als schaatser een iets te laag bruggetje tegenkomt. De horror! Wat er allemaal mis kan gaan als je even niet oplet, of als een vitale lichaamsfunctie van het ene op het andere moment de geest geeft, maakt me misselijk. Alleen de gedachte al is voldoende om alle grond onder je voeten te voelen wegvallen. Andere mensen hebben hier blijkbaar geen last van. Die gaan gewoon mee in wat er verteld wordt, waar ik de neiging heb de andere kant op te kijken en me aan oude zekerheden vast te klampen. Misschien verklaart dat waarom ik afgelopen woensdag een ander debat heb gezien tussen Obama en Romney en nog niet mee kan gaan in de algemene stemmingsomslag die nu als gegeven wordt gepresenteerd. Erger, ik vind zoiets eng en begin te hopen, hoewel ik geen bijzondere voorkeur voor Obama heb, dat de president snel van zijn calamiteit herstelt. Spindoctors zijn geen echte dokters. Maar misschien kan de president als hij geen president meer is op een medisch congres een praatje komen houden over hoe dat is, zo'n vrije val in de peilingen. Want ik snap het niet, denk dat het een hype (een inbeelding) is, en wil er nu al alles van weten.