Martin Bril introduceerde de term nationale rokjesdag voor de eerste dag in het voorjaar als de dames hun rokjes uit de mottenballen halen om hun benen als kostbare juwelen op straat te etaleren. Is die dag al geweest? Ik denk van niet. De temperatuur is nog niet in het hele land zodanig geweest dat van een nationale rokjesdag kan worden gesproken. Bij ons in Maastricht hebben we overigens de twintig graden wel gehaald. Het is hier altijd al warmer dan in de rest van het land. Bovendien zijn de dames mooier. We lopen als een stukje buitenland dus altijd voor op de nationale rokjesdag...
Kleding drukt betekenissen uit voor de wereld waarin het individu verkeert. Tegenwoordig is de maatschappelijke functie van kleding bijzonder belangrijk. We zijn namelijk gevangen in de carrousel van de markteconomie, waarin seksualiteit, jeugdigheid en schoonheid als heilige sacramenten worden eerbiedigd om zoveel mogelijk financieel gewin eruit te halen.
Kleding bedekt en speelt met naaktheid. Ontwerpers weten dan ook uiterst subtiel seksuele verlangens van consumenten te manipuleren. We komen zodoende in een fantasiewereld terecht die is onttrokken aan de realiteit. Aanwezigheid en afwezigheid. Vandaar dat vrouwen via het erotische spel van de mode de spanning tussen het getoonde en het verborgene steeds hoger opvoeren. Seksualiteit is immers niet meer gerelateerd aan voortplanting.
Al die godsdienstige rituelen van de mode ventileren de drang naar seksualiteit en vrijheid. Maar datgene wat verbindt, liefde, kan niet in harmonie bestaan met datgene wat scheidt: vrijheid. Mode is massacultuur geworden, een product dat erop uit is de tijd af te breken door het opgedrongen beeld telkens weg te gooien en zo het eigen lichaam elke keer opnieuw tot het ideale lichaam te bewerken.
Men poogt de vergankelijkheid te overmeesteren door de vergankelijkheid te cultiveren. Als de werkelijkheid telkens wordt herschapen door vluchtigheid, wordt het natuurlijk steeds moeilijker een solide basis te vinden voor de persoonlijke identiteit. Het identiteitsspel raakt versnipperd door fragmentarische weerspiegelingen van het eigen ik via het voortdurend veranderende modebeeld. De macht van de verleiding wordt sluw uitgespeeld door de mode, waardoor seksualiteit met liefde wordt verward en de essentie van vrijheid steeds meer wordt uitgehold.
Identiteitsproblemen kunnen echter nooit worden vervangen door een werkelijkheid waarin vluchtige beelden de scepter zwaaien. Realiteit en illusie gaan in elkaar over, zodat de ruimte van de vrijheid steeds vager wordt en niets meer heeft te maken met handelingsvrijheid. Vrijheid is verworden tot keuzevrijheid om identiteiten aan te meten en weer te vernietigen, precies zoals de modecultuur alleen kan bestaan door voortdurend ontrouw te plegen ten opzichte van jezelf en je verleden.
De wegwerpcultuur van de mode weerspiegelt de wegwerpcultuur van de eigen identiteit. Vandaag zus, morgen zo. De onzekerheid van het heden relativeert de vrouw tot een verkleed object, een museumschat die een ondoorgrondelijk mysterie in zich draagt en aantrekt waarvan iemand anders heeft beslist wat iedereen in die periode mooi moet vinden. Deze esthetische verlangens zeggen niets over de essentie van schoonheid, het is een door ontwerpers geschapen illusie die geen enkel verband houdt met onszelf en louter wil verleiden. De markt regeert.
Wanneer zien we die rokjes nou eindelijk eens buiten Maastricht?