In het Belgische vertelt hij: "In 1990 voorspelde men dat het zomerijs mogelijk in 2100 zou verdwijnen, intussen heeft men dat bijgesteld naar zestig tot zeventig jaar vroeger. In feite gaat de
opwarming zo snel dat onze
modellen tekortschieten. Klimaatmodellen moeten de toekomst proberen te voorspellen, maar wat er nu gebeurt, hebben die modellen nooit voorspeld. En dat vind ik alarmerend: dat we nu in processen en weersystemen belanden die we niet kennen, die zo zijn dat we de draagwijdte ervan niet kunnen inschatten." Dat is niet altijd zo geweest. "Eerst was het tamelijk lineair: de CO2-uitstoot is de boosdoener die voor de opwarming zorgt. Inmiddels leren we dat niet alleen de stijgende temperaturen belangrijk zijn: het blijkt om een waaier van factoren en interacties te gaan waarop we nog te weinig zicht hebben. Omdat we de modellen kunnen verbeteren, lijkt het alsof we de zaken beter onder controle hebben. Maar er blijven nieuwe processen opduiken die erop wijzen dat de natuur sneller evolueert dan wij wetenschappelijk kunnen bevatten. Zo was 2016 bijvoorbeeld een heel sterk El Niño-jaar. Die periodiek optredende opwarming van het zeewater in de Stille Zuidzee heeft het weer altijd al beïnvloed, maar ze kwam nooit zo ‘hoog’ dat ze een impact had op ons poolklimaat. Nu lijkt het erop dat El Niño toch invloed heeft. Alweer een proces dat nog niet in de modellen zit." In december was het op de
Noordpool 20 graden warmer dan normaal en natter dan ooit. Een toevalstreffer? Niet volgens Loonen. "Als ik kijk naar de 26 zomers die ik op Spitsbergen heb doorgebracht, dan kan ik alleen maar vaststellen dat het elk jaar erger was dan wat tevoren voorspeld was. Ik ga er zelfs al niet meer van uit dat het volgend jaar minder warm wordt. Dat is de trend: het gaat alsmaar meer richting versnelling, richting meer warmterecords."
De aarde warmt zo snel op dat zelfs de meest geavanceerde klimaatmodellen de veranderingen niet kunnen bijhouden. Maarten Loonen, ecoloog en bioloog van de Rijksuniversiteit Groningen, is dan ook geschokt. Hij bemant al 26 zomers een arctisch onderzoeksstation op het Noorse Spitsbergen. "Sinds 1981, het jaar waarin de metingen begonnen zijn, was er nooit eerder zo weinig zee-ijs."