Van de 74 grootste planteneters op aarde worden er 44 met uitsterven bedreigd. En dat heeft ook gevolgen voor de mens. slaat alarm, schrijft Vlaamse krant . "Dit komt ons ecologisch, sociaal en economisch duur te staan." De meeste bedreigde soorten, zoals olifanten, neushoorns en gorilla's, leven in
Afrika en Azië. Tussen 1970 en 2005 is twee derde van de totale populatie aan grote zoogdieren in Afrika verdwenen. Dat komt vooral door de jacht. Daarnaast verdwijnen soorten, omdat hun leefgebieden worden ingeperkt door intensievere landbouw, ontbossing en de aanleg van wegen. Verder slinken de dierenpopulaties door menselijke conflicten. Dat heeft grote gevolgen voor de leefomgeving. Olifanten bijvoorbeeld vertrappelen en eten planten, die anders zouden uitgroeien tot grote struiken en bomen. Daardoor ontstaat er een diversiteit aan soorten, van hagedissen tot impala's en leeuwen, die in die gras- en kreupelhoutlanden kunnen gedijen. Maar ook de mens krijgt het moeilijker als grote planteneters verdwijnen. Naar schatting een miljard mensen overleven dankzij wild
vlees. In het huidige scenario is de beschikbaarheid van dat vlees tegen 2050 met 80 procent gedaald. Voor gebieden die nu leven van toerisme en safari's ziet het er ook niet al te best uit: als die iconische dieren verdwijnen, verdwijnt ook de reden om naar die regio's af te reizen. De onderzoekers stellen dan ook dat we nu in actie moeten komen. ''Nu is het tijd om onversaagd te handelen. Want zonder radicale veranderingen in deze trends is het uitsterven van 's werelds grootste planteneters 10.000 tot 50.000 jaren geleden slechts uitstel gebleken voor deze laatste overblijvende reuzen."