Door smeltende gletsjers en een dunnere sneeuwlaag komen er op de Mount Everest steeds meer lichamen tevoorschijn van dode klimmers. Dat constateren autoriteiten in het gebied.
Sinds de hoogste berg ter wereld in 1953 voor het eerst werd bedwongen hebben meer dan 4.800 mensen de top bereikt. Bijna 300 klimmers vonden de dood tijdens hun poging.
Het verwijderen van lichamen van de berg is moeilijk en erg duur dus de overgrote meerderheid van de mensen die stierf in hun weg naar de top blijft op de berg. Naar schatting ligt twee derde van alle lichamen begraven onder het ijs en de sneeuw.
Maar Ang Tshering Sherpa, de oud-president van de Nepal Mountaineering Association, zegt dat de 'ijslaag en de gletsjers in hoog tempo aan het smelten zijn en dat de dode lichamen die eronder liggen begraven nu bloot komen te liggen." De oorzaak is volgens hem de opwarming van de aarde.
"We hebben lichamen naar beneden gebracht van bergbeklimmers die de afgelopen jaren omkwamen, maar ook de oudere lichamen die dieper liggen komen nu naar boven." Een ambtenaar die in de regio werkzaam is, bevestigt zijn verhaal. "Ikzelf heb de laatste paar jaar zo'n tien dode lichamen naar beneden gebracht vanuit verschillende locaties op de Everest en er komen er duidelijk meer en meer tevoorschijn."
Verschillende studies concluderen dat het Himalaya-gebergte in een steeds sneller tempo ijs verliest. De gletsjers worden almaar kleiner. Afgelopen jaar waarschuwde een rapport van 210 onderzoekers dat een derde van het ijs in de regio tegen het jaar 2100 is weggesmolten zelfs als overheden in actie komen en het klimaatakkoord van Parijs halen.