Het ijs onder Antarctica smelt veel harder dan gedacht. Warm oceaanwater laat de ijskappen van onderaf verdwijnen, waardoor de zeespiegel sneller stijgt. Onderzoekers hebben met behulp van satellieten kunnen vaststellen hoe hard het ijs onderwater smelt. Zo hebben ze kunnen bepalen waar de grote drijvende ijsplaten nog vastzitten aan de laag gesteente onder Antarctica. Juist dit ijs is bijzonder kwetsbaar voor ineenstorting als het smelt van onderaf. Op basis van hun analyse ontdekten wetenschappers dat een ijsvlakte groter dan de provincie Utrecht in vijf jaar tijd is weggesmolten. Het meest alarmerend is de situatie in West-Antarctica, waar een vijfde van de totale ijskap is verdwenen. De wetenschappers signaleerden dat het ijs onderwater extreem snel wegsmelt op acht van Antarctica's grootste gletsjers. De Zuidpool dreigt zo de grootste veroorzaker van de stijging van de zeespiegel te worden. Nu is dat nog Groenland. Dat kan grote gevolgen hebben. Eerdere studies wezen al uit dat 'een catastrofale instorting' van zeer grote regio's zoals de ijskap in het westen van Antarctica al kan leiden tot een wereldwijde zeespiegelstijging van drie meter. Omdat veel van het ijs diep onder water ligt was het tot nu toe lastig vast te stellen hoe snel het precies smolt. Door gebruik van satellieten is dat echter duidelijker geworden.