Er is deze maand een einde gekomen aan de grootste poolexpeditie ooit. De Polarstern voer een jaar lang over de Noordpool om data te verzamelen over ‘het epicentrum van de klimaatverandering’. Teken aan de wand: de ijsbreker bereikte schokkend snel de eindbestemming.
Binnen zes dagen voer het schip door de Framstraat, een zeestraat tussen Groenland en Spitsbergen. Het zee-ijs was dun en poreus, waardoor de ijsbreker geen enkele moeite had om de Noordpool te bereiken. Nooit eerder kwam een schip in de winter zo dichtbij de pool. En dat is geen goed nieuws. “We hebben gezien hoe het poolijs aan het afsterven is,” vertelt expeditieleider Markus Rex. “De zomer, zelfs op de Noordpool, wordt gekenmerkt door smeltend ijs en erosie. Als we niet onmiddellijk ingrijpende maatregelen treffen om klimaatverandering tegen te gaan, zullen we binnenkort ijsvrije Arctische zomers zien. Dat zal grote gevolgen hebben voor ons eigen weer en klimaat.”
Maar nu al was de impact van de opwarming van de aarde groot. “Hoewel het centrale Noordpoolgebied vandaag de dag in de winter nog steeds een fascinerend, bevroren landschap heeft, is het ijs maar half zo dik als veertig jaar geleden,” vertelt Rex. “De winterse temperaturen lagen bovendien bijna altijd tien graden hoger dan wat Fridtjof Nansen ervoer tijdens zijn baanbrekende Arctische expeditie meer dan 125 jaar geleden.”
Dit jaar had het zee-ijs op de Noordpool nog maar een omvang van 3,74 miljoen vierkante kilometer. Slechts één keer in de afgelopen 42 jaar was dat nog minder. “We moeten er alles aan doen om dit zee-ijs voor toekomstige generaties te behouden,” aldus Rex.