Het blijft kwakkelen met de honingbij. Hoewel hij de laatste jaren weer aan een opmars bezig was, schreeuwen imkers nu weer moord en brand. In Zuid-Holland heeft 40 procent van de bijenvolkeren de winter niet overleefd. Landelijk is dat 25 procent.
De imkers gebruiken de Landelijke Open Imkerijdagen op 8 en 9 juli om aandacht te vragen voor de slechte bijenstand. Ze stellen op deze dagen hun bijenkasten open voor publiek. "Behalve dat het leuk is om een kijkje te nemen in een bijenkast of honing te proeven, is het ook zeer leerzaam. Bijen zijn van groot belang voor onze ecosystemen en voedselvoorziening. Minder bijen betekent dat producten duurder worden en er straks misschien geen aardbeien, kersen, pruimen, appels en peren meer bij de groenteboer liggen”, zegt imker en docent Albert Kerklaan
in De Telegraaf.Reden waarom de bij het moeilijk heeft, is onder meer de oprukkende Aziatische hoornaar, denkt Kerklaan. "Deze roofridders, te herkennen aan de gele poten, kunnen in zeer korte tijd een bijenvolk opeten. In Rotterdam zijn ze al gesignaleerd. Ze zijn heel moeilijk te bestrijden, omdat ze hoog in de bomen zitten."
Voor directeur van de Nederlandse bijenvereniging, Nadine Schalk, is het gissen wat de oorzaak is van de hoge bijensterfte. "Het zou de vochtige, relatief warme winter kunnen zijn. Ook de parasiet varroamijt vormt nog altijd een bedreiging. Daar komt bij dat we met z’n allen in Nederland, en dan vooral in de Randstad, vechten om de ruimte. We willen huizen voor onze kinderen, een open landschap, boeren die hun werk moeten kunnen blijven doen. En dat allemaal op die ene postzegel. Voor de bij blijft er steeds minder ruimte over.”