De hoeveelheid fijnstof in de lucht is een belangrijke graadmeter voor de luchtkwaliteit. Daarbij wordt tot nu toe enkel gekeken naar grotere stofdeeltjes. De allerkleinste, de polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), worden nauwelijks gemeten. En die zijn juist het gevaarlijkst vertelt Thomas Bourdrel, een cardioloog uit Straatsburg. Fijnstof wordt over het algemeen uitgedrukt in PM10 en PM2,5. PM staat voor particulate matter. Het cijfer zegt iets over de dikte van de stofdeeltjes. PM10-deeltjes zijn 10 micrometer dik. Dit zijn vooral stof en pollen. De deeltjes met een doorsnede van 2,5 micrometer zijn veel schadelijker en bestaan uit verbrandingsstoffen en metalen. Ter vergelijking: een menselijke haar is 50 micrometer dik en een zandkorrel 90 micrometer. Maar de deeltjes waar Bourdrel voor waarschuwt zijn nog kleiner namelijk PM0,1. Deze nanopartikels dringen door in de bloedbaan en leiden volgens de cardioloog tot hartaanvallen en beroertes. "Partikels die voortkomen uit koolstofverbranding, zoals in het wegverkeer of houtkachels, hebben een kern die bestaat uit pure koolstofatomen en hun oppervlak is bekleed met allerlei toxische moleculen, zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's). De partikels die door het wegverkeer worden uitgestoten, zijn bovendien niet alleen giftig, maar omdat ze tot de ultrafijne soort behoren, zijn ze ook het gevaarlijkst voor het hart- en bloedvatensysteem," legt Bourdrel uit. De Europese Unie heeft het gevaar van de PAK's ook opgemerkt en ze op een lijst gezet van vervuilende stoffen die in de gaten moeten worden gehouden. Maar het probleem is dat de deeltjes door hun geringe omvang erg moeilijk te meten zijn. "Deze ultrafijne deeltjes hebben een verwaarloosbare massa en dus zijn metingen uitgedrukt in gewicht niet representatief,” vertelt Bourdrel. De PAK's worden vooral uitgestoten door auto's. En hoewel de filters steeds beter worden zijn ze nog niet in staat om de nanopartikels tegen te houden.
Bron: Autogids.be