Donderdagochtend had een scholier van het Van Lodenstein College in Amersfoort een angstaanjagende ontmoeting met een paar wolven. Terwijl hij alleen door het buitengebied tussen Scherpenzeel en Amersfoort fietste, werd hij lastiggevallen door meerdere wilde dieren, schrijft schooldirecteur Gertjan van Belzen in een mail aan de ouders. De jongen bleef ongedeerd, mede door ingrijpen van een passerende automobilist, en heeft nu een sterk verhaal te vertellen op het schoolplein.
Reddende engel op vier wielen
Volgens berichten in ouderappgroepen zou de jongen ten val zijn gekomen en omsingeld zijn door de dieren. Er circuleren zelfs verhalen dat de wolven op hem zouden hebben gestaan. Gelukkig wist een passerende automobilist met behulp van de claxon de wolven weg te jagen.
De
school heeft ouders inmiddels opgeroepen hun kinderen niet meer alleen door dit gebied te laten fietsen. Een begrijpelijke waarschuwing, al is het nog maar de vraag wat er nu precies gebeurd is.
Wolvenkenners fronzen de wenkbrauwen
Maurice La Haye van het Wolvenmeldpunt van de Zoogdiervereniging kijkt met enige verbazing naar de melding. “Meldingen over de Utrechtse Heuvelrug gaan tot nu toe over één enkele wolf, die in de volksmond Bram is gaan heten. Hij is altijd alleen gesignaleerd en richtte zich vooral op wandelaars met honden. We hebben bovendien al anderhalve maand niets meer over hem gehoord”, zegt hij tegen De Telegraaf.
Het klinkt volgens La Haye dan ook vrij ongeloofwaardig dat zich ineens meerdere wolven zouden hebben gestort op een nietsvermoedende scholier.
Wildwestverhaal?
Het Wolvenmeldpunt verzamelt continu gegevens over de wilde dieren om hun bewegingen in kaart te brengen. Maar als het gaat om incidenten zoals deze, is er geen instantie die de meldingen centraal registreert. Dat maakt het lastig om in te schatten hoe vaak dit soort confrontaties voorkomen. Als je iets meemaakt met een wolf, moet je dat als burger overigens wel melden bij de politie.
Het Van Lodenstein College was donderdagavond niet bereikbaar voor commentaar.