Ondanks het inleveren van plastic
flessen, het scheiden van afval en slimme machines die verpakkingen
uit het restafval vissen, wordt in Nederland 70 procent van het
plastic afval nog steeds verbrand. Dit percentage moet naar beneden,
en daarnaast moet de chemische industrie – die nu nog vooral
plastic maakt uit fossiele grondstoffen – verduurzamen.
Daarom komen er in de komende jaren nieuwe recyclefabrieken bij. Maar de vraag is of er wel genoeg aanvoer van materiaal is om deze circulaire fabrieken draaiende te houden. Dat is volgens een onderzoek van KPMG niet het geval. “De vraag groeit harder dan het aanbod, wat leidt tot een grote disbalans”, zegt Tom Hesselink van de adviesorganisatie tegen Trouw.
Leider in de circulaire economie?
De capaciteit voor de plasticrecycling
is in 2030 verdubbeld tot zo'n 2,2 miljoen ton plastic afval, terwijl
de aanvoer blijft steken rond de één miljoen ton, blijkt uit het
recent verschenen rapport. Nederland is nu per saldo al een importeur
van afval, en die import zal moeten toenemen, aldus KPMG.
“Nederland heeft een sterke
afvalverwerkende industrie in Europa. Daarnaast zijn we een
belangrijk land op het gebied van de basischemie en de
plasticproductie. Dat is een goed uitgangspunt om leider te worden in
de circulaire economie”, zegt Hesselink.
'Afval is een grondstof'
Afval is een grondstof volgens
directeur Focco Vijselaar van VNO-NCW. “Nu importeren we
grondstoffen van veel verder weg. Denk aan olie en gas. De circulaire
economie vraagt om havens en terreinen voor de verwerking. Vaak gaat
het bij ruimte over wonen en de natuur. Maar ook de circulaire
economie gaat beslag leggen op de ruimte.”
Bron(nen): Trouw