Rode bultjes die wekenlang kunnen jeuken, benauwdheid of erger... De rood-witte waarschuwingslinten en de vervloekte eikenprocessierupsen met hun vervelende witte brandhaartjes waren de afgelopen jaren niet weg te denken in bosrijke omgevingen, maar de vervelende beestjes lijken het nu toch echt af te leggen. Zijn ze voorgoed verslagen?
Gemeentes steken de loftrompet vanwege hun succesvolle bestrijdingsbeleid. Bijna overal in Nederland zijn de meldingen van overlast sterk teruggelopen sinds recordjaar 2019. Deventer kreeg bijvoorbeeld in dat jaar ruim 1300 meldingen van overlast. Dit jaar zijn dat er nog maar 19. Zwolle zag het aantal meldingen dalen van 1350 (2019) naar 46 in 2023. Zelfs op de boomrijke Veluwe lijkt de rups verslagen. In Apeldoorn werden vijf jaar geleden 4000 nesten verwijderd. Nu zijn dat er nog maar 450.
Langjarige cyclus
Toch is de rups nog niet helemaal uitgespeeld in ons land. “We vermoeden dat er sprake is van een langjarige cyclus van zes tot acht jaar waarin de populatie langzaam zakt naar een dieptepunt en van daaruit weer gaat opbouwen”, zegt Stijn Terlingen van de gemeente Kampen
tegen De Stentor.“We hebben waargenomen dat de rupsen dit jaar zeer doorvoed zijn, het is nu namelijk het perfecte zomerweer voor de eikenprocessierups en deze zijn daardoor gemiddeld groter en krachtiger dan de afgelopen jaren en kunnen de vlinders verder vliegen dan in voorgaande zomers”, vertelt hij.
Bijzondere troefkaart
Bioloog Arnold van Vliet van Wageningen University & Research legt uit dat het diertje nog een bijzondere troefkaart achter de hand heeft. “Het boeiende is dat deze rups in staat is de grond in te gaan. Bijvoorbeeld als het te heet is, er te veel vijanden zijn of als er te weinig voedsel is. Hoe dat precies in zijn werk gaat, weten we nog niet: het is complex en grillig. Ook weten we niet hoeveel rupsen er waar in de bodem zitten en hoe lang ze daar blijven.”
Diapauze
Van de dennenprocessierups, het 'broertje' van de eikenprocessierups die het gemunt heeft op naaldbomen, is wel al bekend dat ze tot negen jaar in deze zogenaamde ‘diapauze’ kunnen blijven, totdat ze hun kopje weer boven het aardoppervlak uitsteken en verdergaan met hun polonaise.