In een recent artikel in de Trouw, deelt datawetenschapper Hannah Ritchie haar visie op klimaatverandering en de noodzaak van 'urgent optimisme'. Ritchie, die werkt als adjunct-hoofdredacteur bij het online onderzoeksplatform Our World in Data en onderzoeker aan de Universiteit van Oxford, heeft onlangs een boek gepubliceerd getiteld "Niet het einde van de wereld". In dit boek biedt ze een tegenwicht aan het louter pessimistische verhaal over klimaatverandering en stelt ze dat veel data over het milieu en het klimaat juist hoopvol stemmen.
Ritchie's boodschap is controversieel en gaat in tegen het geluid dat de mensheid haar ondergang in gang zet, zoals vaak wordt gehoord bij activisten van Extinction Rebellion of het Duitse Letzte Generation. Ze stelt dat deze framing verkeerd is en dat de feiten laten zien dat we niet de laatste generatie zijn, maar de eerste kunnen zijn. De eerste generatie die de wereld beter achterlaat dan hoe ze haar heeft aangetroffen, en de eerste generatie die duurzaamheid kan bereiken.
Ritchie is vooral optimistisch door de kelderende prijs van schone energie. Acht jaar na het ondertekenen van het Akkoord van Parijs in 2015, is schone energie vaak goedkoper dan de vervuilende alternatieven[1]. Dit ziet ze als een cruciale ontwikkeling die laat zien hoe we uit de huidige problemen kunnen komen en dat we al goed op weg zijn.
Ritchie erkent dat ze zich op glad ijs begeeft door zichzelf als 'klimaatoptimist' te positioneren, een term die vaak wordt gebruikt voor sceptici die vinden dat het allemaal wel meevalt met de opwarming van de aarde[1]. Ze wil echter niets afdingen op de ernst van het probleem of 'de potentiële ramp' waar we op afkoersen. Ze probeert alleen een tegengeluid te geven aan het gevoel dat we er allemaal niets aan kunnen doen.
Ze stoort zich aan de doemboodschap die ze hoort van klimaatactivisten, of van oppositiepartijen die stellen dat regeringen nauwelijks iets doen aan het probleem. Ze ziet wat die boodschap doet met veel jonge mensen. In een wereldwijd afgenomen enquête onder 16 tot 25-jarigen, zegt 56 procent te geloven dat 'de mensheid gedoemd is'. Driekwart van de ondervraagden noemt de toekomst 'angstaanjagend' en 39 procent 'aarzelt om kinderen te nemen'.
Ritchie pleit voor een depolitisering van de klimaatdiscussie. Ze stelt dat het averechts werkt om bij een bepaalde groep mensen het gevoel te geven dat ze iets moeten opgeven of dat ze gedwongen worden om hun levensstijl te veranderen. In plaats daarvan moeten we ons richten op de positieve aspecten van klimaatbeleid, zoals de economische voordelen van schone energie.
In haar boek wil Ritchie het wereldbeeld van lezers ietsje kantelen. Ze wil de geboekte vooruitgang erkennen en tegelijkertijd de ernst van het probleem onderschrijven en knokken om het verder op te lossen[1]. Ze stelt dat het belangrijk is om te benoemen welke grote stappen landen al zetten met klimaatbeleid en het opschalen van schone energie.