Een congresje in Australië, een lezing in Japan, wetenschappers vliegen voor het minste of geringste naar de andere kant van de wereld. Dat moet anders, vindt Teun Bousema, hoogleraar Epidemiologie van Tropische Infectieziekten aan het Nijmeegse Radboudumc.
Er wordt vaak met het vingertje gewezen naar mensen die voor een paar tientjes naar Barcelona vliegen voor een stedentrip. Maar 13 tot 23 procent van het vliegverkeer heeft een zakelijk doel. Ook wetenschappers stappen nogal eens in een vliegtuig voor hun werk.
Bousema verbaast zich daarover. "Tijdens de coronaperiode ben ik gevraagd voor een interview in Japan", vertelt hij bij Omroep Gelderland. "Als het niet digitaal was geweest vanwege corona, hadden de organisatoren wel een retourtje willen betalen met het vliegtuig. En dat voor een interview van een half uur. Dan denk ik: dat moeten we echt anders gaan doen."
Bousema berekende dat het reisgedrag van alle wetenschappers bij elkaar voor een grotere ecologische voetafdruk zorgt dan die van complete landen als IJsland of Oeganda. Hij is een online petitie gestart om te zorgen dat wetenschappers minder gaan vliegen. Die is al zeker duizend keer ondertekend.
Zelf werkt hij vaak in Afrika, maar probeert wel bewuster te kiezen of hij vliegt of niet. "Bijvoorbeeld door soms een internationaal congres over te slaan." Zijn belangrijkste doel is om niet terug te gaan naar hoe het was. "Als we op zo'n 50 procent van de vliegreizen uit kunnen komen, in vergelijking met vóór corona, dan hebben we al heel veel winst."