"Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom de experts ons met al hun wijsheid de verkeerde kant op hebben geleid, zodat we allemaal het ravijn in donderden?" Vraagt Nicholas D. Kristof, columnist van The New York Times en winnaar van meerdere Pulitzerprijzen zich af.
Ons eerste probleem, volgens Kristof, is dat we naief en goedgelovig zijn. Zet een onbenul bij Pauw en Witteman, beweer dat hij alles weet van het monetaire stelsel, en wij zijn geïmponeerd en hangen aan zijn lippen. Menig experiment heeft aangetoond dat we zeer goedgelovig zijn op dat punt.
Maar de tweede verklaring voor het falen van de experts is fundamenteler: experts op het gebied van politiek en economie weten zelden ergens iets van af. De Expert op het gebied van experts is Philip Tetlock professor aan Berkely. Hij onderzocht 82.000 voorspellingen gedaan door 284 experts. Het resultaat?
Zijn bevindingen zijn schokkend. De voorspelling van de experts was een heel klein beetje beter dan een gewone gok. En dat gold zowel voor hun vakgebied als voor zaken die daar buiten lagen. Tetlock: "Het maakt zo goed als niets uit of de experts zijn gepromoveerd, of ze econoom zijn, politieke wetenschapper, journalist of historicus. En zelfs niet of ze toegang hebben tot geheime informatie."
Het enige dat uit bleek te maken, was roem. Beroemde experts zitter er veel vaker naast dan gewone deskundigen. En dat is logisch: bij Pauw en Witteman heb je liever een beroemde deskundige met mooie zwart/wit meningen, zoals Maarten van Rossem of Peter Paul de Vries, dan genuanceerde denkers. Terwijl de kans dat die genuanceerde denkers gelijk hebben stukken groter is.
En zo zitten we in de ellende. Als de ratten van Hamelen het ravijn in geleid door experts die geen benul van zaken hadden en nu zijn we alweer afhankelijk van diezelfde experts (nog altijd onbekwaam) om er weer uit te komen. We moeten elkaar sterkte wensen voor de komende jaren.