Hij mag het zeggen. Als secretaris-generaal van de grootste moslimvereniging van Indonesië kan Kyai Haji Yahya Cholil Staquf niet van islamofobie beschuldigd worden. ‘Enkele westerse vrienden van mij zijn islamofoob. En als ik eerlijk ben, kan ik ze begrijpen.’ "Natuurlijk is er een verband. Westerse politici kunnen beter ophouden met te beweren dat extremisme en terreur niets met de islam te maken hebben. Er is een helder verband tussen fundamentalisme, terreur en de basisstellingen van de islamitische orthodoxie. Als we daarover geen consensus bereiken, zullen we nooit een definitieve overwinning boeken op het fundamentalistische
geweld in de islam. Het Westen moet ophouden om het nadenken over deze vragen gelijk te stellen met islamofobie. Ik ben zelf een gelovige moslim. Wil men mij, een islamitische geleerde, dan ook islamofoob noemen?", zegt de vertegenwoordiger van 50 miljoen Indonesische moslims aan Knack. "In de klassieke
traditie is de verhouding van moslims tegenover niet-moslims er een van segregatie en vijandelijkheid. Veel moslims gaan ervan uit dat er een set van vaste, onveranderlijke islamitische wetten bestaat, ook wel bekend als de sharia. Ook dat spoort met de traditie, maar het leidt fataal tot botsingen met de wetten van seculiere natiestaten." En dus tot geweld. Vanwege de islam zegt Staquf. "Westerse leiders moeten ophouden met te beweren dat fundamentalisme en geweld niets met de traditionele islam te maken hebben. Dat is gewoon fout."