"Ons land is sinds vrijdag 4 september jl. een opmerkelijk strafproces rijker," schrijft Wouter van den Bergh, vice-president van de Amsterdamse rechtbank, "het postume en gemankeerde proces tegen Karst T., die op Koninginnedag met zijn Suzuki Swift eerst een wegversperring ramde, vervolgens omstanders aanreed om uiteindelijk tegen het monument aan de Loolaan in Apeldoorn tot stilstand te komen. Alles terwijl een bus met koninklijke inzittenden in de onmiddellijke nabijheid was." Het is uitertaard goed dat grondig werd uitgezocht wat is gebeurd, vervolgt Van den Bergh. Maar de dader is dood: "Het is dan ook een raadsel waarom men het onderzoek door de landelijke recherche is blijven betitelen als een strafrechtelijk onderzoek en dat ook bij de presentatie van de onderzoeksresultaten zo heeft genoemd. Dat droeg bij aan het beschuldigende en veroordelende karakter van de presentatie. Maar ook los daarvan hebben autoriteiten van wie dat de taak niet is, T. voor televisiekijkend Nederland postuum afgeschilderd als de dader van een boosaardige aanslag op de bus met de leden van de koninklijke familie. Van het een kwam het ander: om acht uur droeg het NOS Journaal zijn steentje bij aan de publieke veroordeling van T. met de nergens op gebaseerde mededeling dat hij toerekeningsvatbaar zou zijn gebleken. Alleen ten aanzien van het aanrijden van de omstanders leek de nationale recherche T. te willen vrijpleiten. Dezen zou hij niet hebben gezien, noch ter plaatse hebben vermoed. Daarmee werd de indruk gewekt dat T., die wel opzettelijk zou hebben getracht de passagiers van de koninklijke bus iets aan te doen, niet schuldig zou zijn aan de dood en het letsel van de toeschouwers." Van den Bergh besluit: "Maar we hadden het kunnen weten. Al op de middag van Koninginnedag sprak de minister-president voor de televisiecamera’s van voorbedachten rade. Menigeen zal opgelucht zijn geweest de volgende dag te vernemen dat Karst T. was overleden waardoor er dus geen met die ontijdige uitlating belast strafproces meer zou komen. Maar de toon was gezet."
Bron(nen): NRC Handelsblad