Open brief aan Fractievoorzitters en Lijsttrekkers van politieke partijenin de Eerste en Tweede Kamer Nederland maakt zich op voor de komende verkiezingen. Om grote groepen kiezers te binden grijpen partijen naar een versimpeling van de complexe werkelijkheid waarin we leven. Het korte termijn denken, het eigen en nationale belang, het bespelen van gevoelens van onmacht en miskenning voor politiek gewin, krijgen dan van alle kanten teveel ruimte en creëren een eenzijdig beeld. De politieke werkelijkheid en het debat verengen zich tot een optelsom van onderwerpen als werk, inkomen, onderwijs, pensioen, zorg en de veiligheid (op straat). Zolang we het grotere geheel niet willen zien en bespreken, lost het maar weinig op. Iedereen twittert, maar niemand vertelt het grotere verhaal; iedereen zoomt in en niemand zoomt uit. Terwijl het juist de taak van de politiek en de serieuze journalistiek is om de nationale en internationale
problemen, die de toekomst van de mensheid bepalen en bedreigen, in samenhang te zien, te benoemen en uit te leggen. Pas dan komen echte oplossingen in beeld en blijven we niet hangen in symptoombestrijding of symboolpolitiek. De vraag ‘wat voor land we willen zijn’ (nu en later), kunnen we dan vergezeld laten gaan van een begin van een antwoord; concrete stappen tegen de achtergrond van een groter verhaal. Wie naar het grotere geheel kijkt zal inzien dat de huidige problemen, die zich op alle maatschappelijke terreinen voordoen, onderling sterk samenhangen. Klimaatverandering, verschraling van de aardbodem, de toenemende vluchtelingenstromen, economische stagnatie, bevolkingsgroei, toenemende arm-rijk verhoudingen en geopolitieke spanningen hebben alles met elkaar te maken. Het vaak als onheilsprofetiebetitelde rapport van de Club van Rome, een kleine 50 jaar geleden, wordt nu in hoog tempo werkelijkheid. Deze ontwikkeling is terug te voeren op twee gemeenschappelijke noemers: de manier waarop we met de Aarde omgaan en de manier waarop we met elkaar omgaan. De manier waarop we met de Aarde omgaan is economisch gedreven roofbouw. De enige
waarde lijkt nog de aandeelhouderswaarde. De waarden die er werkelijk toe doen, zoals die van de natuur, de menselijke gezondheid en de sociale leefgemeenschap worden in de prijzen van de heilig verklaarde markt niet meegenomen. Bijna alle economen zijn het erover eens dat in een marktgeoriënteerde economie het zogenaamde ‘internaliseren van de externe kosten’ (milieu in de prijzen) de enige reële optie is voor milieu- en duurzaamheidsbeleid. Maar desondanks heeft na 25 jaar praten CO2 nog steeds geen prijs van enige betekenis en kan dientengevolge een effectief klimaatbeleid niet van de grond komen. Een ander aspect is dat de Aarde steeds minder als een gemeenschappelijke bron van leven (‘life support systeem’) wordt gezien, waar we goed en verantwoord mee om horen te gaan. Vanuit die ontkenning wordt de publieke ruimte steeds verder geprivatiseerd en wordt de overheid geacht steeds verder terug te treden. Mede doordat ook in het financiële bestel de publiek - private balans uit evenwicht is geraakt, zijn eigendom en macht bij een steeds kleinere groep bedrijven geconcentreerd. De eenzijdig economische belangen van private partijen, in het bijzonder die van de energie-, voedsel- en financiële industrie, staan steeds meer op gespannen voet met een verantwoorde manier van omgaan met de Aarde en daarmee met de publieke belangen van huidige en toekomstige generaties. De scheve verhouding tussen publieke verantwoordelijkheden en private belangen kan niet onbesproken blijven. De tweede gemeenschappelijke noemer is de manier waarop we met elkaar omgaan. Zonder een min of meer gedeeld waardenpatroon is geen enkele samenleving mogelijk. Van iedereen mag de bereidheid worden verwacht om over die onderliggende waarden het gesprek aan te gaan. Dat geldt niet alleen voor groeperingen die de onhoudbare positie innemen dat ze de ene, ultieme waarheid in pacht hebben, maar evenzeer voor de huidige westerse samenleving als geheel. Die wordt in haar eigen continuïteit bedreigd door een waardepatroon dat zo individualistisch en materialistisch is geworden dat het als maatschappelijk immoreel zou kunnen worden beschouwd. Het echte politieke debat over hoe wij met elkaar en met de Aarde omgaan, wordt nog steeds niet gevoerd. Wie heeft de moed en wie neemt de verantwoordelijkheid en het initiatief om de grote samenhangende existentiële problemen waarvoor we nu zijn geplaatst als kern te nemen van politieke analyses en debat ? Bestuur Stichting NatuurCollege Irene van Lippe-Biesterfeld, voorzitter / oprichter Klaas van Egmond Matthijs Schouten Tom van de Beek Peter Blom Willem Ferwerda Froukje Jansen Albert Jan Slomp Annick de Witt