In een baanbrekende zet heeft de Europese Unie (EU) groen licht gegeven voor een verbod op het vernietigen van onverkochte kleding en schoenen. Dit historische akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie markeert een cruciale stap in de richting van een duurzamere toekomst voor de mode-industrie.
De EU hoopt met deze nieuwe regels een aanzienlijke verandering teweeg te brengen, gericht op het verminderen van verspilling en het stimuleren van meer duurzame praktijken binnen de kledingindustrie.
Volgens gegevens van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat belandt jaarlijks ongeveer 6 procent van alle kleding in Nederland onverkocht. Een deel van deze kleding vindt zijn trieste einde in verbrandingsovens of versnipperaars. In 2015 ging het naar schatting om 1,2 miljoen kledingstukken per jaar. Deze schrijnende verspilling is wat de EU wil aanpakken en drastisch verminderen.
Het akkoord moet nog worden goedgekeurd door de EU-lidstaten en het voltallige EU-parlement, maar deze goedkeuring wordt gezien als een formaliteit. Grote kledingbedrijven krijgen twee jaar de tijd om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe regels, terwijl middelgrote bedrijven een aanpassingsperiode van zes jaar krijgen.
Het akkoord omvat niet alleen een verbod op vernietiging van onverkochte kleding, maar stelt ook strenge regels voor producenten op om producten te ontwikkelen die langer meegaan, eenvoudig te repareren zijn en beter recyclebaar zijn. Bovendien introduceert het regels om het gebruik van grondstoffen energie en water tijdens het productieproces te verminderen.
Alessandra Moretti, een toegewijd parlementslid uit Italië dat het voortouw nam in deze regelgeving, benadrukt het belang van het beëindigen van het lineaire model van 'neem, maak, gooi weg'. Ze verklaart: "Het is tijd om een einde te maken aan dit schadelijke model dat onze planeet, onze gezondheid en onze economie aantast. Duurzame producten zullen de norm worden."
Deze beslissing weerspiegelt een groeiend bewustzijn van de verantwoordelijkheid van de mode-industrie ten aanzien van duurzaamheid. In de komende jaren zal de implementatie van deze regels niet alleen grote en middelgrote kledingbedrijven dwingen om hun bedrijfspraktijken aan te passen, maar zal het ook een golf van verandering teweegbrengen in consumentengedrag en verwachtingen.
Deze ontwikkeling is echter slechts een stap op weg naar een meer circulaire mode-industrie. Het aanpakken van verspilling gaat verder dan alleen het verbieden van de vernietiging van onverkochte kleding. Het vereist een bredere kijk op hoe materialen worden geproduceerd, gebruikt en gerecycled in de gehele levenscyclus van een kledingstuk.
Een van de meest impactvolle manieren om de duurzaamheid van de mode-industrie te vergroten, is door de nadruk te leggen op recycling. In plaats van oude kledingstukken als afval te beschouwen, moeten ze worden gezien als waardevolle bronnen van materialen die kunnen worden hergebruikt en omgezet in nieuwe producten.
Een voorbeeld van een waardevolle grondstof die kan worden hergebruikt, is oud ijzer. Veel kledingstukken bevatten metalen elementen, zoals knopen, ritsen en andere versieringen. Deze metalen onderdelen kunnen worden teruggewonnen en gerecycled, waardoor de vraag naar nieuw geproduceerd metaal wordt verminderd.
De prijs van oud ijzer speelt hierbij een cruciale rol. Naarmate de vraag naar gerecycled materiaal toeneemt, stijgt ook de prijs van oud ijzer. Dit vormt een stimulans voor zowel producenten als consumenten om bewuster om te gaan met de levenscyclus van kleding en ervoor te zorgen dat materialen worden hergebruikt in plaats van verspild.
Naast oud ijzer zijn er tal van andere materialen in kleding die kunnen worden gerecycled. Katoen, bijvoorbeeld, is een veelvoorkomend materiaal in de mode-industrie en kan worden gerecycled tot nieuwe garen voor textielproductie. Hetzelfde geldt voor polyester, een synthetisch materiaal dat veel wordt gebruikt in kleding. Door deze materialen opnieuw te benutten, kan de afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen worden verminderd.
Leer is een ander materiaal dat een aanzienlijk recyclingpotentieel heeft. Traditioneel wordt leer gemaakt van dierenhuiden, maar er zijn innovatieve methoden om plantaardig gelooid leer te produceren dat later kan worden gerecycled. Dit biedt een duurzaam alternatief voor de traditionele leerproductie, die vaak gepaard gaat met milieubelastende processen.
Het bevorderen van recycling in de mode-industrie heeft verstrekkende voordelen op het gebied van duurzaamheid. In de eerste plaats vermindert het de druk op natuurlijke hulpbronnen, aangezien gerecyclede materialen minder afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen betekenen. Dit draagt bij aan het behoud van ecosystemen en het verminderen van mijnbouw- en landbouwactiviteiten die vaak gepaard gaan met negatieve milieu-effecten.
Bovendien vermindert recycling de hoeveelheid afval die naar stortplaatsen gaat. Textielafval is een aanzienlijk probleem in veel landen en door kleding te recyclen wordt de hoeveelheid textielafval verminderd, waardoor de druk op afvalverwerkingssystemen wordt verminderd.
Een ander voordeel van recycling is de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het produceren van nieuwe materialen, vooral op basis van fossiele brandstoffen, draagt bij aan de uitstoot van broeikasgassen. Door materialen te hergebruiken in plaats van nieuwe te produceren, wordt de ecologische voetafdruk van de mode-industrie aanzienlijk verkleind.
Als consumenten, producenten en beleidsmakers samenwerken om de circulaire modebenadering te omarmen, kunnen we streven naar een toekomst waarin duurzame producten niet de uitzondering, maar de norm zijn. De overgang naar een circulaire mode-industrie is niet alleen een verandering in de manier waarop we kleding produceren en consumeren, maar ook een evolutionaire stap naar een meer veerkrachtige en duurzame planeet.