Als de Britse variant van het coronavirus ons land zou overspoelen, moesten we rekening houden met 170.000 coronabesmettingen per dag. Aldus het ministerie van Volksgezondheid op 10 januari. Het zijn er in werkelijkheid veel en veel minder. Waar ging het mis?
De Volkskrant zocht het uit.Volgens de berekeningen die de ‘programmadirectie covid-19’ van het ministerie ronddeelde tijdens het Catshuisoverleg op die tiende januari zouden er op 17 januari al 25.600 besmettingen per dag moeten zijn. In werkelijkheid bedroeg het cijfer een vijfde daarvan.
De rekenaars op het ministerie hadden een foutje gemaakt met de R-getallen. Ze gingen ervan uit dat op 8 januari plots 100 procent van de besmettingen met de Britse variant zou zijn. In werkelijkheid was dat nog maar 5 procent, zei ook Jaap van Dissel diezelfde dag in een eigen presentatie. Het R-getal van het virus was niet ineens 1,3 en ook geen 1,6. Het was nog maar 0,9.
Daarnaast rekende het ministerie ook nog eens met een te hoog aantal van 10.000 besmettingen per dag, terwijl het er toen gemiddeld rond de 7600 waren. Zo vloog de grafiek omhoog en ontstonden de onwaarschijnlijk hoge aantallen van 170.000 besmettingen per dag. Ga je uit van de correcte beginsituatie dan kom je op 6000 tot 10.000 besmettingen per dag in februari. Dat komt inderdaad meer overeen met de werkelijkheid.