Volgens Artsen Zonder Grenzen worden burgers zeer regelmatig slachtoffer van aanvallen in Syrië. Ongeveer 30% tot 40% van de oorlogsslachtoffers zouden vrouwen en
kinderen zijn. Ook stelt de organisatie dat er 94 aanvallen zijn gedaan op 63 ziekenhuizen. Er waren afgelopen jaar 4.634 doden te betreuren in de ziekenhuizen rondom Damascus. In 31% van de gevallen ging het om vrouwen en kinderen. Van de 93.162 gewonden in het gebied ging het in 40% om vrouwen en kinderen. Vanaf september nam het geweld daar af, maar nam het toe in het noordwesten. Daar was 19% van de 2.375 doden een kind onder de 5 jaar. Van de 61.485 gewonden ging het in 17% om vrouwen en kinderen. Van de door luchtaanvallen getroffen ziekenhuizen werden er 12 helemaal verwoest. Ook werden ambulances aangevallen, 16 in totaal. Artsen Zonder Grenzen maakt zich ook boos over het feit dat ziekenhuizen soms nog een tweede keer worden getroffen, een uur na de eerste aanslag. Het doel lijkt niet alleen burgerslachtoffers te creëren, maar ook medisch personeel te doden. Dit heet de 'double tap'-strategie. De cijfers die Artsen Zonder Grenzen heeft vrijgegeven betreffen alleen de ziekenhuizen die zij ondersteunen. In werkelijkheid ligt de humanitaire tol dus nog hoger.