De meest ingewikkelde dossiers blijven het langst liggen in Den Haag, dat bleek afgelopen week wel weer. Bodemdaling is een groot probleem, maar bijna niemand heeft het erover. Alleen PvdA-Kamerlid Henk Nijboer, maar die gaat weg.
Huizen zakken steeds verder weg
Al decennia worstelen burgers en overheden met de bodemdaling in ons land, maar een centrale aanpak blijft uit. Op de veengronden in het westen en noorden van Nederland zakken huizen steeds verder weg in de zompige ondergrond. En ook op zandgronden krijgen bewoners last van scheuren in de huizen, omdat de bodem door de droogte inklinkt.
Niemand wil verantwoordelijk zijn
Het Planbureau voor de Leefomgeving schatte in 2016 al dat de herstelkosten van kapotte funderingen van huizen en wegen tot 2050 zo'n 22 miljard euro bedragen. Dit bedrag zal door huizenbezitters en de overheid moeten worden betaald. Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen zijn allemaal verantwoordelijk voor een deel van de aanpak. Verschillende ministers gaan over het probleem, maar niemand wil de verantwoordelijkheid dragen.
“Hoe langer we wachten met de aanpak, hoe groter het probleem”, waarschuwt Nijboer in het AD. “We weten al zo lang hoe we verdere schade kunnen voorkomen. Doordat waterschappen in veengebieden het grondwaterpeil laten zakken voor de boeren, vallen funderingen droog. Dat peil moet omhoog. En we kunnen ook verdroging van zandgronden aan pakken.”
Botsende belangen
Het kabinet wil dat het grondwaterpeil omhoog gaat in veengebieden, maar dat botst met de waterschappen. Zij vertegenwoordigen ook de belangen van de boeren, en hoog grondwater maakt landbouwgrond in sommige gevallen waardeloos.
Nijboer pleit voor een aparte regeringscommissaris die de aanpak van bodemdaling coördineert. In verkiezingsprogramma's wordt alleen in algemene zin over het probleem geschreven. “Dat hoeft niet erg te zijn, als er maar een politicus is die het op de agenda blijft zetten”, besluit de PvdA'er.
Bron(nen): AD