Op de eerste dag van het achttiende congres van de Chinese Communistische Partij (CCP) in Beijing heeft de vertrekkende president Hu Jintao in zijn afscheidsspeech een behoudende koers geschetst. Hij sloot uit dat de partij haar alleenheerschappij zou opgeven of dat de staat zijn greep op de economie zou verminderen. Hu gaf aan dat de partij geen grote politieke veranderingen zou doorvoeren nu hij op het punt staat de macht over te dragen aan een nieuwe generatie leiders. In bewoordingen die de hoop op hervormingen van het politieke systeem de grond in boorden, zei Hu dat
China moet vasthouden aan de 'socialistische weg': 'We moeten niet het oude pad kiezen van geslotenheid en rigiditeit, maar ook niet de slechte route van het veranderen van vlaggen en banieren.' Hij zei ook dat de Chinese regering ernaar zal streven de inkomens in de steden en op het platteland tegen het eind van 2020 verdubbeld te hebben. De partij hoopt de inkomensongelijkheid te kunnen terugdringen en steun te bieden aan landelijke gebieden die nog niet zoveel hebben geprofiteerd van de Chinese bloei. Hu sprak zich ook uit over de corruptie en waarschuwde dat 'de partij, ja zelfs het land, onderuit kunnen gaan' als de anti-corruptie-campagne niet succesvol is. Bron:
Financial Times