Elke keer weer claimt het ministerie van Sociale Zaken grote successen op het gebied van werkgelegenheid. Helaas blijkt daar bij nader onderzoek steeds opnieuw weinig van te kloppen, zo schrijft . "Het is een ratjetoe aan plannen bij het ministerie, zonder idee wat er bereikt moet worden," zegt Robbert Coenmans, voorzitter van FNV Jong. Deze zomer juichte staatssecretaris Jetta Klijnsma dat ze 10.000 extra banen had geregeld voor mensen met een arbeidsbeperking. De brancheorganisatie van sociale werkbedrijven, Cedris, plaatste direct vraagtekens bij de cijfers. Zij telde 416 banen extra. Het jaar ervoor twitterde minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher al even enthousiast: ''Ondanks de crisis tienduizend extra leerbedrijven''. Er bleken na berekeningen netto maar 806 leerbedrijven met stageplekken bij te zijn gekomen. Ook de door Asscher ingestelde ambassadeur aanpak jeugdwerkloosheid, Mirjam Sterk, deed in 2013 een duit in het zakje. "In vijf weken gaan we tienduizend
jongeren op weg helpen naar werk", meldde ze. Ze ging een samenwerking aan met uitzendbureau Randstad en riep vijf weken later trots dat ruim achtduizend jongeren een baan hadden gevonden. Wat ze er niet bij vertelde, was dat Randstad elke maand zo'n tienduizend jongeren de arbeidsmarkt op helpt. Ze had dus helemaal niets bereikt met haar campagne. Dit voorjaar klopte het ministerie zichzelf opnieuw op de borst. Het berichtte dat na twee jaar door de aanpak jeugdwerkloosheid 23.000 jongeren aan de slag zijn geholpen. De vakbonden tellen echter slechts 11.600 nieuwe banen voor jongeren. "De aanpak jeugdwerkloosheid is een druppel op een gloeiende plaat. Je mag tegenwoordig blij zijn met een onbetaalde stage", aldus Michiel Hietkamp van CNV Jongeren.