De overheidsuitgaven zijn precies de helft van het bruto binnenlands product en dat blijft de komende jaren zo. Voor de crisis waren de uitgaven 45 procent van het bbp. De stijging is volgens hoogleraar macro-economie Roel Beetsma niet vreemd. Hij vertelt aan Trouw: 'Het aantal WW-uitkeringen stijgt nog steeds. Ook het aantal AOW'ers neemt toe. Verder groeien de uitgaven aan de gezondheidszorg sterk. Tegelijkertijd blijft het bbp gelijk.' Een schrale troost: in de jaren tachtig waren de overheidsuitgaven maar liefst 60 procent van het bbp. Interessant is de verschuiving in de uitgaven. Zo ging in 1980 17,6 procent van het bbp naar sociale zekerheid en in 2012 nog maar 12,9 procent. De uitgaven aan de zorg stegen juist van 4,6 naar 10,7 procent. Maar er ging minder geld naar
onderwijs: 6,9 procent in 1980 en 5,5 procent in 2012. Willem Vermeend, voormalig staatssecretaris van Financiën en nu hoogleraar economie, zegt dat er geen optimale omvang van de overheid is. 'Maar als je terugkijkt en alle cijfers op een rijtje zet is 45 procent van het bbp een mooi streven.' Hij vindt vooral dat er meer besteed moet worden aan onderwijs. 'Als we mee willen komen als kenniseconomie moeten die uitgaven richting 7 procent van het bbp. Dat betaalt zich uit in economische groei.'