De Europese parlementsverkiezingen staan voor de deur. Waar het normaal gaat tussen rechts en links, anti- of pro-EU draait het nu om de mening van de Europeanen over de vijf grote crises waar de Europese Unie mee kampt: het klimaat, migratie, economische onrust, de oorlog in Oekraïne en corona.
"Deze crises voelde iedereen in Europa, al varieerde de heftigheid in de verschillende hoeken van het continent. Veel Europeanen ervoeren ze als een existentiële dreiging, die enorm werd beïnvloed door overheidsbeleid en die geenszins over is", schrijven de auteurs in een rapport van de European Council on Foreign Relations (ECFR).
Concurrerende angsten
Directeur van de in Berlijn gevestigde denktank, Mark Leonard, legt uit in The Guardian: "In 2019 ging de strijd nog tussen populisten, die de Europese integratie de rug wilden toekeren en de middenpartijen die het Europese project wilden redden van Brexit en Trump. Deze keer is het een wedstrijd tussen concurrerende angsten voor stijgende temperaturen, immigratie, inflatie en militaire conflicten."
De Europese kiezer drijft weg van zijn ideologische banden met rechts of links en laat zich meer leiden door zijn standpunten over deze crises, waardoor er als het ware vijf 'stammen' ontstaan. Volgens het rapport zullen de gematigde politieke partijen het moeilijk krijgen om hun kiezers te mobiliseren voor thema's als de toekomst van het Europese project. Ze kunnen volgens de onderzoekers beter met oplossingen komen voor de grootste zorgen van de kiezers.
Klimaatcrisis belangrijkst
De klimaatcrisis is van de vijf thema's de belangrijkste, blijkt uit het onderzoek in negen lidstaten, waar in 75 procent van de Europese bevolking woont, plus Groot-Brittannië en Zwitserland. Maar liefst 73,4 miljoen Europese kiezers vinden de opwarming van de aarde het ergste probleem, een bijna even groot deel noemt het coronavirus als hun grootste zorg, mede omdat het de kwetsbaarheid van onze zorgstelsels blootlegde en enorme economische consequenties heeft.
Een kleine 70 miljoen mensen maken zich vooral zorgen om de economische onrust in de wereld. Tegen de 60 miljoen mensen noemde immigratie als belangrijkste probleem en tegen de 50 miljoen kiezers vindt de oorlog in Oekraïne de grootste crisis waar de EU mee te maken heeft. Ruim 46 miljoen mensen noemden geen van deze vijf thema's.
Grote verschillen
Deze kiezersgroepen zijn echter totaal niet gelijk verdeeld, geografisch gezien, qua leeftijd of opleidingsniveau. Duitsers vinden bijvoorbeeld immigratie de grootste crisis (31 procent), terwijl in Frankrijk de klimaatcrisis het hardst gevoeld wordt (27 procent). In Italië en Portugal, allebei hard geraakt tijdens de financiële crash van 2008, vindt een meerderheid van de respondenten de wereldwijde economische onrust en de stijgende kosten voor levensonderhoud het grootste probleem. En in landen als Estland en Polen, maar ook Denemarken, wordt de oorlog in Oekraïne als de grootste zorg beschouwd, terwijl in Frankrijk, Italië, Spanje en Groot-Brittannië bijna niemand dit als het grootste probleem noemt.
Uiteraard zijn er ook grote generatieverschillen. Bij kiezers onder de 30 is de klimaatcrisis verreweg het belangrijkste thema en immigratie helemaal niet. De oudere generaties - boven de 50 - vinden dan juist weer immigratie het belangrijkste onderwerp, terwijl hoogopgeleide kiezers zich meer zorgen maken om het klimaat.
"De Europese verkiezingen zijn niet alleen een strijd tussen links en rechts of Eurosceptici en pro-Europa-stemmers, maar het wordt ook een gevecht om de verschillende kiezersgroepen met betrekking tot de grote crises in Europa", aldus de onderzoekers.
Bron(nen): The Guardian