Sinds tegen alle verwachtingen in
Trump president is geworden en de Britten voor de Brexit stemden, is het vertrouwen in de
peilingen flink gedaald. Toch zegt dat niet per se iets over de geloofwaardigheid van de Nederlandse peilingen aldus politicoloog Tom Louwerse. Groot verschil met het Brexit-referendum en de Amerikaanse verkiezingen is dat in Nederland uit meerdere partijen gekozen kan worden. Bij de Brexit was het ja of nee. In de VS ging het om de Democraten of de Republikeinen. Dan heeft een kleine afwijking van de peilingen meteen grote gevolgen. Louwerse in : “Het is een mythe dat de peilingen bij de Brexit er zo naast zaten. stond in de peilingen wel iets hoger, maar de verhoudingen zaten op 51/49. Dat is eigenlijk maar een hele kleine afwijking." In Amerika waren de verschillen bij de presidentsverkiezingen in een aantal staten ook erg klein en Trump won bovendien niet in absolute zin de meeste stemmen. De politicoloog, ook maker van de Peilingwijzer, zegt dat er vaak sprake is van overinterpretatie. “Er wordt te veel gekeken naar kleine veranderingen in zeteltjes die statistisch helemaal niet relevant zijn.” Bovendien moet je er rekening mee houden dat peilingen momentopnames zijn. “We weten dat
Nederlanders over het algemeen pas laat beslissen.” In 2012 nam 15 procent van de kiezers pas op de laatste dag voor de verkiezingen een definitieve beslissing, vertelt hij. Peilingen zijn dus goed om trends in kaart te brengen, maar je moet ze niet te letterlijk nemen.