Nu niet minder dan zeven landen drones in het Irakese en Syrische luchtruim hebben rondvliegen, kun je met recht spreken van een drone-oorlog. Zeker nu het aantal onschuldige slachtoffers en bijna-ongelukken tussen drones en gevechtsvliegtuigen stijgt, ontstaat er een chaotische situatie. De Verenigde Staten, Israël, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Iran, Syrië en Irak hebben allemaal drones in de lucht in het gebied. Ook rebellen, militante groepen en IS hebben drones, die op missies worden uitgestuurd of die propagandafoto's maken van hun eigen troepen. De Engelse, Amerikaanse, Israëlische en Irakese drones zijn bewapend. Die van de militante groepen zijn maar soms bewapend, maar dan zijn het wel vliegende bommen om rekening mee te houden. De Amerikanen hebben naar verluidt honderden Predators, een robot die in 1995 ook al mee vloog in Bosnië, en de Reaper. Irak heeft de CH-4, van Chinese makelij, die ongeveer zo groot is als een privé-vliegtuigje. Met de Predator kan worden bespioneerd en geschoten worden. Bijna maandelijks crashen er drones of worden ze uit de lucht geschoten. Pasgeleden schoot een Irakese drone per ongeluk sjiitische troepen neer. 'Inmiddels is het gebruik van drones vanzelfsprekend bij iedere actie', aldus Col. James Cluff, commandant van de 432nd Wing van Amerika's drone-unit. In oktober bleek een Russisch vliegtuig in het Syrische luchtruim dan ook een Predator boven zich te hebben. Het ging maar net goed. Igor Konashenkov, woordvoerder van het Kremlin: 'Onze Amerikaanse collega's lijken de ernst van de situatie niet te begrijpen'. Volgens zullen de problemen door de drone-chaos alleen maar groter worden.
Bron(nen): The Daily Beast