Eigenaren van vakantiewoningen en beleggingspanden krijgen een fikse belastingtegenvaller te verwerken in de nieuwe box 3-heffing. Mensen met een tweede huis moeten zich voorbereiden op extra lasten, blijkt uit het nieuwe wetsvoorstel.
Er zal een bijtelling gelden voor vakantiewoningen die in eigen gebruik zijn, legt FD-redacteur Laurens Berentsen uit bij BNR. "Vakantiegenot moet volgens de staatssecretaris ook worden belast."
Staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit, CDA) heeft vlak voor zijn vertrek bij het ministerie van Financiën een wetsvoorstel ingediend voor een nieuwe belasting op vermogensinkomsten, dat nu ter advies bij de Raad van State ligt. De huidige heffing, die door de Hoge Raad is verworpen, is gebaseerd op veronderstelde opbrengsten. Dit systeem wordt binnen enkele jaren vervangen door een belasting op basis van daadwerkelijk behaalde rendementen.
Het nieuwe wetsvoorstel volgt grotendeels de eerdere conceptversie, maar maakt één belangrijke uitzondering: vakantiewoningen en ander onroerend goed. Tot nu toe profiteren eigenaren van vakantiewoningen van fiscale voordelen in box 3. "Het idee was om vakantiewoningen anders te behandelen dan ander vastgoed", legt Berentsen uit. Maar dat feestje is over als het voorstel doorgaat.
Voor woningen die minstens 90 procent van de tijd verhuurd zijn, vallen de huurinkomsten onder de eerste categorie en worden ze belast. Voor woningen die het hele jaar niet verhuurd zijn, geldt een bijtelling van 2,65 procent van de WOZ-waarde. Bij gemengd gebruik heft de overheid voortaan 35 procent belasting over het hoogste bedrag: de huurinkomsten of de vastgoedbijtelling.
Het nieuwe systeem zal pas in 2027 van kracht worden, mits alles volgens planning verloopt. "Wat dat betreft hoeven de eigenaren van vakantiewoningen nog niets te vrezen", benadrukt Berentsen. De Hoge Raad heeft echter al twee keer aangegeven dat box 3 niet voldoet, omdat het uitgaat van aannames over inkomsten. "Bij de vakantiewoning is dat eigenlijk nu ook weer het geval."
Belastingadviseurs waarschuwen dat het nieuwe systeem mogelijk opnieuw niet standhoudt bij de Hoge Raad, mede doordat het vloekt met Europese regels. "En dan zou er dus weer een nieuwe versie van de wet moeten komen", voorspelt Berentsen.
Voor nu moeten eigenaren van vakantiewoningen en beleggers afwachten wat de Raad van State adviseert, of er nog meer wijzigingen in het vat zitten, en hoe lang het invoeringsproces gaat duren.