Ronald Plasterk ging zeer diep door het stof. Met grote herhaling zei hij hoe dom het van hem was om in het openbaar en bij herhaling dingen te zeggen die hij zelf had verzonnen. Maar dat ging het grootste deel van de oppositie niet ver genoeg. D66-leider Alexander Pechtold diende de motie van wantrouwen in mede namens de oppositiepartijen SP, GroenLinks, CDA, PVV, Partij voor de Dieren, 50Plus en het lid Bontes. Ze vinden de uitleg van Plasterk over het verzamelen van communicatiegegevens niet voldoende. „Het vertrouwen is geschaad”, zei Pechtold. Vooral het punt de Tweede Kamer bewust niet te informeren woog zwaar bij hem. Op SGP en CU na steunde de voltallige oppositie een motie van wantrouwen. Er was geen geloof dat hij als minister geschikt was. Plasterk ging als reactie nog een keer door en stof en besloot dat hij kon aanblijven. Beschadigd, vernederd, maar nog steeds minister