In het boek 'The Finish: The Killing of
Osama bin Laden' beschrijft Mark Bowden minutieus hoe Bin Laden werd opgespoord in het Pakistaanse Abbottabad, hoe de beslissing tot stand kwam om hem te arresteren of te liquideren, en hoe de leider van
Al Qaeda uiteindelijk aan zijn einde kwam.
The Guardian publiceert dit weekeinde een door Mark Bowden zelf geredigeerd uittreksel uit dit boek. Het begon allemaal met een naam, Abu Achmed al-Kuwaiti, die voor het eerst door een Al Qaeda-lid in Mauretanië aan de autoriteiten werd genoemd. Het ging duidelijk om een pseudoniem. Toen de naam later nog drie keer opdook in de Terrorism Information Awareness-database, maar een vierde arrestant, Abu Faraj al-Libi, de derde man van Al-Qaeda die in mei 2005 werd opgepakt, beweerde nog nooit van hem te hebben gehoord, ging men onraad ruiken. Drie arrestanten zeiden dat deze man dichtbij Bin Laden stond, maar één van deze drie, Khalid Sheikh Mohammed (die ook een hoge rang in Al Qaeda bekleedde) zei dat hij de beweging inmiddels had verlaten. Dat was interessant: van de vijf Al Qaeda-leden die over Al-Kuwaiti waren ondervraagd, probeerden de hoogste twee zijn bestaan te ontkennen of te bagatelliseren. Dat zou kunnen betekenen dat Al-Kuwaiti heel belangrijk was. En het feit dat hij van de aardbodem leek te zijn verdwenen (net als Bin Laden zelf) was ook heel verdacht. Vervolgens kwam de CIA achter de echte naam van Al-Kuwaiti en werd zijn mobiele telefoon afgeluisterd. Hij bleek (met zijn broer en diens familie) in een groot ommuurd huis in Abbottabad te wonen. Door dat huis uitgebreid te observeren en vanuit de lucht te fotograferen deed de CIA twee ontdekkingen: er woonde nog een derde familie, en Al-Kuwaiti werkte nog steeds voor Al-Qaida. De aanwijzingen werden steeds sterker dat die derde familie in Abbottabad het gezin van Bin Laden was. President Obama werd geïnformeerd en de afloop van het verhaal is bekend. Het relaas van Bowden is interessant omdat het op tal van details afwijkt van de versies die we tot nu toe hebben gehoord of gelezen. Zo zou Obama op 28 april 2011 op een muur van verzet onder zijn topadviseurs zijn gestuit toen hij besloot het huis te laten overvallen door een commando-eenheid. Maar volgens Bowden waren alleen vice-president Joe Biden en minister van Defensie Robert Gates tegen, waarbij hij aantekent dat Gates een dag later alsnog overstag ging. Ook het verhaal over de beroemde foto van Obama en zijn belangrijkste adviseurs die in de Situation Room van het Witte Huis naar een live verslag van de overval kijken, blijkt niet te kloppen. De foto is niet genomen op het moment dat één van de commando's Bin Laden door het hoofd schiet, maar iets eerder, vlak nadat een van de twee Black Hawk-helikopters een noodlanding heeft moeten maken binnen de muren van het complex in Abbottabad.