Zondag zijn in Tunesië de eerste rechtstreekse presidentsverkiezingen. Het land waar de Arabische Lente begon, is ook het enige land waar het is gelukt. Het is bijna vier jaar geleden dat de Tunesische straatverkoper Mohamed Bouazizi zichzelf in brand stak. Het ontketende een revolutie in de hele Arabische wereld. Maar alleen in Tunesië is de dictatuur echt geëvolueerd tot een democratie, schrijft tijdschrift . Volgens Vlaams politicus Annemie Neyts, hoofd van de Europese verkiezingswaarnemers, waren de parlementsverkiezingen 'transparant en geloofwaardig'. Hoe komt het dat Tunesië slaagt waar landen als Egypte, Libië, Jemen of Syrië falen? Een cruciaal verschil is de erfenis van de gevallen dictaturen. Tunesië was altijd al progressiever met een sterke vakbond en grote investeringen in goed onderwijs. Ook de economie stond er beter voor. Wat daarnaast bijdraagt aan de eerlijke verkiezingen is dat in tegenstelling tot de Moslim Broeders in Egypte, de islamisten in Tunesië geen meerderheid hadden in het parlement. Ze waren verplicht een coalitie te vormen, al drukte islamistische partij Ennahda lange tijd nog een zwaar stempel op de Tunesische politiek. Na enkele foute beslissingen, deed de partij vorig jaar echter een stap terug, mede om een Egyptisch scenario te voorkomen. Zo kon de democratie in Tunesië tot bloei komen. Niet alles verloopt overigens vlekkeloos. Voormalige premier Béji Caïd Essebsi is de favoriet voor de presidentsverkiezingen zondag, maar hij is stokoud (87) en een nadrukkelijk vertegenwoordiger van het oude regime. Een ander groot probleem is de salafistische beweging, die door alle partijen in een hoek wordt gedrukt. Een van de gevolgen is dat Tunesië met meer dan 3.000 Syriëstrijders de grootste leverancier is van jihadi's wereldwijd.
Bron(nen): Knack