Donald Trump heeft veel te danken aan zijn rijke voorvaderen, die, hoe verrassend, op nogal dubieuze wijze aan hun fortuin zijn gekomen, namelijk via een aantal bordelen. Een korte geschiedenis... Trumps opa, Friedrich, emigreerde in 1885 van Kallstadt in Duitsland naar New York. In de hoerenbuurt van Seattle opende hij op zijn 22ste de Poodle Dog, een etablissement dat 24 uur per dag open was. Klanten konden er eten en drinken, maar er waren ook 'privékamers voor dames', waar prostituees hun klanten ontvingen. De zaken draaiden goed en Frederick verhuisde in de hoogtijdagen van de goudkoorts naar Yukon in Canada. Daar opende hij een reeks bordelen waar in de slaapkamers weegschalen stonden zodat de klanten met goud konden betalen. In een brief aan de krant Yukon Sun omschreef een omwonende de zaken van Frederick Trump als "verdorven" en raadde hij "respectabele vrouwen die alleen reizen" af om ze te bezoeken. In 1918 overleed hij aan de Spaanse koorts. Zoon Fred zou de zaken voortzetten. Die opende eerst met zijn moeder een garage en liet sociale woningen bouwen in Queens. De vastgoedsector deed het goed na de Tweede Wereldoorlog en Fred ontving royale subsidies om nieuwe huizen neer te zetten in Brooklyn en Queens. Fred Trump overleed in 1999 als multimiljonair. Met een geschat fortuin van 300 miljoen dollar was hij één van de rijkste mannen van Amerika. Na de dood van zijn pa erfde Trump 40 miljoen dollar. Door allerlei prestigieuze vastgoedprojecten zou hij nu 2,9 miljard waard zijn. Al schat hij het zelf op 10 miljard.
Bron(nen): Het Laatste Nieuws