PVV-minister Reinette Klever meent dat het een goed idee is om 1 miljard euro te bezuinigen op ngo's. De subsidie gaat vanaf 2026 van 1,4 naar 0,4 miljard euro. Het betekent dat veel hulporganisaties het waarschijnlijk niet zullen overleven.
"Het kan best een tandje minder", aldus Klever in De Telegraaf. Volgens haar zijn veel ngo's niet efficiënt. En ze moet natuurlijk aan haar achterban denken: de gemiddelde PVV-kiezer vindt andere mensen helpen, zeker als die niet in Nederland wonen, maar niets.
Volgens Klever zou het beter zijn om niet via ngo's maar rechtstreeks met landen samen te werken, maar critici waarschuwen juist dat geld dan vaker in de verkeerde zakken verdwijnt.
Ordinaire bezuiniging
Rob Jetten haalt in Goedemorgen Nederland hard uit naar de PVV-minister. "Het is gewoon een ordinaire bezuiniging van een miljard op internationale samenwerking. We hebben afgesproken: twee procent van onze begroting gaat naar Defensie, de NAVO-norm, en 0,7 procent besteden we aan ontwikkelingssamenwerking, zodat we mensen over de hele wereld die in armoede en honger leven, helpen. Dat we hen noodhulp geven, maar ook zorgen dat ze beter op eigen benen kunnen staan. Dat doen we niet alleen maar via onze eigen ministeries, maar ook door daar samen te werken met hulporganisaties.”
Dat het geld aan verkeerde dingen wordt besteed, vindt hij onzin. "Er zijn genoeg clubs die miljoenen mensen over de wereld kunnen helpen. Ik vind het egoïstisch dat een rijk, welvarend land als Nederland in een wereld die in de fik staat niet de allerarmsten en allerzwaksten wil helpen.”
De D66-voorman spreekt van een ‘kaalslag’. "Met zo’n grote bezuiniging stopt het ook gewoon. Daar moeten we eerlijk over zijn. Dit soort hulporganisaties zullen mensen moeten ontslaan. Samenwerkingen in die landen moeten stoppen. Dat bouw je niet zomaar opnieuw op.”
Jetten eindigt stellig: "Nederland staat ook een beetje voor lul. Als je mee wilt doen in de wereld, als je wil zorgen dat die wereld veiliger wordt voor iedereen, dan moet je niet alleen investeren in Defensie, maar ook in het bestrijden van extreme honger en armoede.”