Om de zoveel tijd horen wij over revoluties in voormalige Sovjet-republieken. Oekraïne en Georgië zetten eerder autoritaire leiders aan de kant, en ook in het Centraal-Aziatische Kirgizië was in 2005 al eens een 'tulpen-revolutie'. Die bracht toen Kurmanbek Bikajev aan de macht, de leider die vandaag op de vlucht is geslagen vanuit de hoofdstad Bisjkek naar de tweede stad van het land, Osj. Daaruit wordt de conclusie getrokken dat de opstand tegen zijn bewind, die met de bestorming van regeringsgebouwen gepaard ging en al tenminste 41 doden heeft gemaakt, aan de winnende hand is. De opstand begon overigens niet in de hoofdstad, maar in het provinciecentrum Talas. Wel schoten de ordetroepen wild op demonstranten en is oppositieleider Tekebajev gearresteerd. Rusland heeft tot kalmte opgeroepen. Maar de grootste zorgen bestaan in Washington. Kirgizië is een belangrijk strategisch bondgenoot van het Westen en een onmisbare schakel voor de oorlog tegen het moslimterrorisme in Afghanistan. Het land kent een NAVO-basis, die volgens de laatste berichten nog wel normaal functioneert. De nu op de vlucht geslagen leider Bikajev won vorig jaar gemakkelijk de verkiezingen, waarbij wel massale onregelmatigheden hebben plaatsgevonden. Democratie in dit deel van de wereld: het is nog even wennen. Daarvoor in de plaats krijgen we wel beelden van een echte revolutie, met een armoedige bevolking die klassiek boos is over sociale nood. En de regime change lijkt nog te gaan lukken ook.