Het ministerie van Landbouw zag al veel langer aankomen dat het stikstofbeleid niet deugde, maar deed daar weinig mee. Dat blijkt uit interne documenten die de Volkskrant in handen kreeg en gesprekken met betrokkenen.
Volgens het ministerie was het vernietigende oordeel van de Raad van State in mei over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) ‘flink steviger dan waar rekening mee is gehouden in scenario’s’. Maar zo'n verrassing kan het niet zijn geweest: het ministerie was er wel degelijk van op de hoogte dat het systeem waarmee sinds 2015 vergunningen werden verstrekt bij natuurgebieden niet houdbaar was.
In april 2018 was er al een werkgroep binnen het ministerie die waarschuwde dat bij een negatief oordeel van het Europees hof het stelsel zou instorten en zelfs al uitgegeven vergunningen zouden moeten worden ingetrokken. Een hoge ambtenaar die de zaak moest gaan regelen gaf in diezelfde periode zijn opdracht weer terug, omdat hij twijfelde aan de houdbaarheid van de stikstofaanpak.
Het oordeel van het Europees Hof eind 2018 werd positiever geïnterpreteerd dan het was: Ministers Schouten en Van Nieuwenhuizen vonden dat de vergunningverlening gewoon door kon gaan. Intern verzet werd genegeerd. Zo kwam de provincie Overijssel al met een kritische analyse. De provincie Noord-Brabant was nog feller: de regio had geen vertrouwen meer in de PAS. Toen het ministerie de landsadvocaat inschakelde gingen de kritische provincies alsnog overstag.
Met alle gevolgen van dien.