De nieuwe derde belastingschijf die het kabinet aankondigt voor Prinsjesdag, gaat volgens hoogleraar fiscale economie Edwin Heithuis zijn doel te missen. De maatregel is bedoeld om het belastingtarief op het eerste deel van het inkomen te verlagen, maar Heithuis verwacht dat dit in de praktijk weinig zoden aan de dijk zal zetten. “Het is een te generieke maatregel, dit maakt geen verschil”, zegt de hoogleraar
op BNR.
Onbekend terrein
Tot welk inkomen de derde schijf precies gaat lopen en welk percentage eraan gekoppeld wordt, blijft voorlopig een mysterie. Heithuis vreest echter dat het kabinet hiermee een ineffectieve poging doet om de lage en middeninkomens te ontlasten. “Het doet denken aan de energietoeslag van een aantal jaar terug, toen kreeg iedereen die toeslag terwijl hogere inkomens die niet nodig hadden.”
Lastig verhaal
Volgens de belastingexpert is de derde schijf financieel gezien een moeilijk verhaal. “Het is lastig rekenen omdat de huidige eerste schijf tot 70.000 euro telt, maar als je die al 1 procentpunt verlaagt loopt de staat al 4,7 miljard euro mis. Het wordt dus krap, zelfs als de nieuwe eerste schijf een kleine lengte heeft."
Het kabinet heeft in het hoofdlijnenakkoord 4,5 miljard euro uitgetrokken voor de aanpassing van de schijflengte en de verlaging van tarieven. Maar het is de vraag of dat genoeg is.