De Amerikaanse luchtmacht zet steeds meer 'drones,' onbemande vliegtuigjes, in voor spionagedoeleinden en andere militaire operaties in de 'War on Terror,' zoals missies om specifieke leiders van Al-Qaeda en andere terreurorganisaties te doden. Dat er met deze drones ook wel eens iets mis kan gaan, bleek in maart 2011 toen op een geheime luchtmachtbasis in het Afrikaanse Djibouti een Predator-drone plotseling zijn motor startte zonder enige menselijke tussenkomst, ook al was de ontsteking uitgeschakeld en waren de brandstofleidingen dicht. Technici concludeerden toen dat een virus de besturing van de drone had geïnfecteerd, zonder dat ze in staat waren de precieze oorzaak van het probleem aan te wijzen. Sinds een jaar of vier is duidelijk dat ook de videobeelden die sommige drones van potentiële of daadwerkelijke doelwitten maken onderschept kunnen worden door kwaadwillenden. Deze beelden zijn in een groot aantal gevallen niet 'encrypted' (versleuteld), zodat ze relatief makkelijk door militante groeperingen ontvangen en bekeken kunnen worden. In 2008 werden videobeelden van drones aangetroffen op een laptop van shiitische militanten in Irak, die met behulp van een stukje software van 26 dollar de beelden hadden opgevangen. Drones maken voor hun vluchten gebruik van GPS-gegevens. Ze kunnen in de problemen komen als de GPS-signalen in een bepaald gebied worden gestoord. Dat kan al worden gedaan met goedkope, commercieel verkrijgbare hardware. Iraanse functionarissen beweren dat zij het GPS-controlesignaal van een geavanceerde drone hebben gehacked, maar het is onmogelijk die claim te bevestigen. Er zou een ongelooflijk slimme hacker voor nodig zijn om het commando over een Predator over te nemen. Toch kan niet worden uitgesloten dat dit ooit zal gebeuren.
Bron: Wired