Wij hebben Jan Peter Balkenende en wisten dus al lang dat leiderschap en charisma helemaal niet samen hoeven te gaan. Maar voor de Amerikanen is het heel wat minder vanzelfsprekend. Politieke partijen in de Verenigde Staten zoeken steevast charismatische leiders, in de overtuiging dat die verkiezingen kunnen winnen. Maar, zo constateert, Time, er is eigenlijk heel veel te zeggen voor niet-charismatisch leiderschap. Charisma kan zelfs bedrieglijk zijn, getuige de vele charismatische leiders uit Afrika en Latijns-Amerika die hun landen vaak opvallend weinig vooruit hebben geholpen. Dit zijn de regels van het niet-charismatische leiderschap: -Maak je niet druk over je uiterlijk. De gedachten gaan hier al snel uit naar Jan Peter Balkenende, maar die wordt door Time niet genoemd. Wel Angela Merkel, die eruit ziet als een typische huisvrouw, maar dat is juist een geweldig wapen. Haar tegenstanders beseffen pas dat ze niet met zich laat sollen als het te laat is. -Vergeet niet wie je achterban is. VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon snapt dat op zijn positie een groot ego niet bevorderlijk is voor succes. En Margaret Thatcher is een typisch voorbeeld van iemand die ging denken dat ze zelf belangrijker was dan haar partij, waarna haar charisma niet meer mocht baten. -Speechen is helemaal niet belangrijk. Een toespraak met geweldige oneliners is overgewaardeerd. Het gaat om besluitvaardigheid. Zie de Indiase premier Manhohan Singh, of de vroegere Duitse bondskanselier Helmut Kohl. -Volharding wordt beloond. -Neem verantwoordelijkheid, juist als het misgaat.