Het Kremlin wilde al een tijdje af van Koermanbek Bakajev, de inmiddels gevluchte president van de Centraal-Aziatische republiek Kirgizië. Minder dan een maand voor de hevige rellen in de hoofdstad Kisjkek, die de regering dwong tot aftreden, begonnen, zonden Russische media al schertsende reportages uit over Kirgizië en zijn president, die neer werd gezet als een onmenselijke dictator die miljarden dollars van zijn eigen bevolking stal. De haatcampagne van de Russische media, samen met economische sancties uit Moskou tegen het regime van Bakajev, speelden een sleutelrol in het opstoken van de publieke opinie van de voormalige Sovjet-republiek. Dat zeggen lokale journalisten, activisten en oppositieleiders.
Rusland, bij monde van premier Poetin, ontkent dat het land iets te maken heeft met de onrust in Kirgizië, maar het was al lange tijd duidelijk dat Poetin en Bakajev de laatste tijd niet meer zo goed door een deur konden als vroeger. Hoewel de strategie van het Kremlin altijd is geweest autocratische leiders als Bakejev te steunen, betekenen de huidige ontwikkelingen in Kirgizië een zeldzaam succesje in de Russische buitenlandse politiek. Volgens The Washington Post heeft Rusland hiermee niet alleen een signaal afgegeven aan andere 'bevriende' dictators in zijn Centraal-Aziatische achtertuin, het heeft ook aangetoond nog altijd de dominante mogendheid te zijn in de regionale politiek. En dat is weer een waarschuwing voor de Verenigde Staten, die graag een factor van betekenis willen spelen in het gebied, waar het land belangrijke militaire bases heeft. Moskou betaalde Bakajev een jaar geleden nog twee miljard als hij de basis zou sluiten en de Amerikanen zijn land uit zou bonjouren. Dat leek te lukken, ware het niet dat Bakejev een maand later, toen al een groot deel van dat bedrag was overgemaakt, van de Amerikanen een nóg beter aanbod kreeg.
Ze boden hem aan voortaan drie keer de huur te betalen als de basis toch open mocht blijven. Bakajev ging overstag en weigerde Moskou het al betaalde geld terug te betalen. Een schimmig staaltje machtspolitiek, waar de Russen duidelijk niet van gediend zijn.